Zomaar een Molrit (Nieuw Beijerland) 20-9-2015
Het is zondagochtend vroeg. Half 7. De telefoon gaat af, het is mn wekker. Een beetje wazig (Brabantse nachten zijn lang, en vannacht was er zo een) strompel ik de trap af en zet de senseo aan. Ik duw m’n favoriete CD in de speler en zachtjes begint Springsteen aan mijn dag. Ik bak gedachteloos eieren met spek en die (normaal gesproken) heerlijke lucht valt me (in mijn huidige toestand) behoorlijk zwaar. Een glas sap, een bak yoghurt met cruesli, 3 boterhammen met ei, een banaan en een koffie, dat moet genoeg zijn tot in Nieuw Beijerland want dat is onze bestemming vandaag. T gaat nog een toer worden dit naar binnen te krijgen, eerst maar even zitten.
Ik doe alles stil. M’n vrouw en twee jongens, ze begrijpen deze manie niet, en houden bovendien niet van Springsteen. De barbaren. Langzaam ontwaak ik op de bank, heerlijk dit ritueel. Mijn ritueel. Onder de douche en daarna schiet ik in m’n kleren, die liggen klaar. De fiets staat ook al klaar. Brood, repen, bidon, regenjack, telefoon, sleutel en los geld. Alles gaat gedachteloos m’n shirt in, alles lag klaar want zo gaat het al een heel jaar. Helm op, handschoenen aan en bril op. Deur zachtjes dicht, langzaam peddel ik de straat uit.
Het schemert nog. Onderweg naar de brug, onderweg naar Hans. Ik kom Lydia en Eveline tegen. Ze verwachten dat ik er voorbij ga maar ik blijf even achter ze. Een paar minuten later dan normaal begroeten Hans en ik elkaar en kijken bovenop de brug naar de laagstaande zon die nog aan kracht moet winnen en naar de rivier die zachtjes het zonlicht op zich laat dansen. We kijken elkaar aan en zonder het uit te spreken realiseren we het ons allebei: het gaat weer een mooie rit worden.
De brug af, de stad door, en er sluiten nog een aantal Mollen aan. Gister voor dat feestje heb ik ook gereden, voor mijn doen best lang en hard en ik heb, zo lijkt het, betonnen bovenbenen. Die rit en dan dat feestje, het is eigenlijk teveel. Als dat zo dadelijk maar goed komt. Bij de gevangenis schakel ik lichter en ga sneller trappen. Trap een beetje door t zuur heen en vind eindelijk iets van een ritme. Voor het clubhuis haalt Erik ons in en tikt me effe aan. Onze manier om “goedemorgen” te zeggen.
Clubhuis. Hans haalt koffie bij Co. Koos een schouderklop, knipoog naar Maurice, ook weer terug van vakantie. Hij en ik, we moeten bijpraten maar de natuur roept. Gelukkig is er een toilet vrij. Kramp. Maar gewoon blijven lachen. Opstappen. Achter opstellen. Rijden met die hap.
Een paar kilometer verder, in de polder weet ik eindelijk die betonnen benen kwijt te raken. Kom lekker in m’n ritme. Heerlijk praatje pot met Hans nu. De Kiltunnel door, meer polder. Mario nu naast me. De najaarszon schijnt, geen wind, heerlijk uitrijden. Het leven is mooi, je moet het alleen willen zien. Onderweg even wateren. Terug naar het peloton rijden. Dan het verzoek om te hoeken en te wachten op een lekrijdster en haar begeleiding. Terug in het peloton rij ik snel weer naar m’n stekkie.
Pauze dan, dollen met de snelle gasten. Mario en ik zien dat midden in het dorp gelovigen na de kerkdienst als in waaiervorm hun huizen weer opzoeken. Ik weet hoe dat voelt en heb er respect voor. Ook een ritueel. We grappen met Erik over Willie Nelson, maar ook serieuzere zaken worden besproken. Met een koffie in de zon verder wakker worden en de week en het leven verteren, het is prima zo vandaag. Douwe piept al scannend langs en lacht ons toe.
Geen sprake van dat ik straks “snel terug ga”. Gisteren zat ik zo stuk, ik wil niet weer helemaal leeg. Maar … Ach, what the hell … voor ik het weet sta ik met een aantal anderen voorop de pont, en dan rijden we bij het peloton weg. Met wat tegenwind schuil ik achter de giganten en trap mezelf op een voor mij goede stek. Het mag. Het gaat goed en dat gevoel, dat vliegen, dat gevoel dat je elk gat kan dichtrijden, die vrijheid, die macht in je benen, het is net zo lekker en verslavend als dat relaxte uitrijden van daarnet. Als ik denk dat het wat te hard gaat schakel ik juist zwaarder en dan met de wind mee, man wat kunnen die gasten allemaal fietsen en wat gaat het lekker. Ik kijk om me heen en probeer van iedereen te leren.
Voorbij Spijkenisse rijd ik lek, en krijg meteen hulp van Erik, Ronald en Adrie. Samen uit, samen thuis. Niet alleen in het grote peloton, maar dus ook in de groep der hardfietsers. Uiteindelijk komen we uit op de provinciale weg in Rijsoord. Waar de rest linksaf gaat bedank ik iedereen en rij rechtdoor om de laatste 5 kilometer naar huis rustig uit te rijden.
Als ik uitrij herinner ik me dat ongeveer een jaar geleden deze rit/route m’n eerste Molrit was. In een Agu shirt reed ik mee. In Augustus. Was nog geen lid. Op de zeedijk meteen al lek maar nog voor de Kiltunnel weer teruggereden. Het lijkt wel alsof het gisteren was want dit jaar is werkelijk omgevlogen.
Qua conditie gaat het elke keer beter, er zit nog genoeg rek in. Maar dat is voor mij niet het belangrijkste, wereldkampioen ga ik niet meer worden. Dat ritueel, die tijd voor jezelf, tevreden zijn met m’n afstanden en tijden, genieten van m’n ritjes, kortom wat ik kan, dat is belangrijk, niet wat ik niet kan. De aansluiting bij mensen die juist hetzelfde leuk vinden als jijzelf, ook dat is iets om te koesteren. Iedereen in de weer zien om het voor elkaar mogelijk te maken, mooi is dat. Want ’t peloton geeft veel.
Voorrijden met Theo en met Chris. Verkeer regelen met Jaap, fietsles van Jetze, met Peter klimmen in Amerongen, Trainen met Maurice, een waanzinnig lekkere reichswaldtocht. De tweedaagse inclusief avond terras, wintertraining, af en toe de snelle groep, advies van Ronald en Jonneke, naar Den Briel met de woensdag groep. In Friesland een superrit rijden, een appelflap in de zon bij de paters, zorg en interesse voor je als het even tegenzit. Een heleboel lol, de vriendelijkheid van anderen, die duw van Erik op dat viaduct, gebak in Ooltgensplaat, die pannenkoek in “De Krom” na ijs in Hekendorp. een zondvloed in Zeeland, voorrijden tijdens Zwijndrecht - Zwijndrecht, en een keer heel erg hard op m’n bakkes, ik heb het er allemaal bijgekregen het afgelopen jaar.
Waarvoor dank, u allen (dat op m’n bakkes moet ik mijzelf aanrekenen, daar kan ik niemand voor bedanken).
Terug thuis op de bank herinner ik me met het voorgaande in gedachten het credo van Springsteen sinds de jaren 70: Nobody wins unless everybody wins. Ik vind en zie dat terug bij de MOL. Daarom is zelfs een gewone MOLRIT voor mij eigenlijk nooit gewoon maar in plaats daarvan best heel speciaal.
Marko Lakerveld.
BalecoZeelandToer 2015
Of hoe de moessonperiode te doorstaan.
Bij zijn welkomswoord sprak Jan van ’t Leven over een waterrijke route. Ik wist wat hij bedoelde. De route van de BalecoZeelandToer 2015 zou rondom de Oosterschelde gaan. Op de heenweg het water aan de rechterkant, op de terugweg het water ook aan de rechterkant.
Op het eerst gedacht: dat moet toch een wonder van de natuur zijn, heen en terug hetzelfde water aan dezelfde kant. Bij nader inzien niet zo gek als je terug de tegengestelde richting van heen gaat en daartussendoor aan de andere kant van het water terecht bent gekomen. Dus.
Dat was Jan bedoelde.
Hij heeft zeker niet bedoeld dat er ook nog water vanaf de bovenkant zou komen. Tenminste, dat mag ik aannemen. Het viel, voor de thuisblijvers die het niet hebben willen meemaken, niet met bakken maar met wagonladingen uit een loodgrijze lucht. Maar wat een timing.
We zaten net aan de appelpunt met koffie. Voor een aantal van de deelnemers was het wel een prettige bijkomstigheid dat we de pauzetijd wat hebben opgerekt, teneinde op de Oesterdam de laatste druppeltjes van de moessonbui te mogen ontvangen.
Ja, het was een lang stuk vanaf de bolus naar de appelpunt. Om de stramme leden te strekken en de gevulde blaas te ledigen werd er na het Watersnoodmuseum (kan het ook niet helpen dat nu juist dat museum met die naam op dat punt lag) een korte stop ingelast. Daarna weer verder en de hele tijd die gevreesde Zeeuwse wind in de rug. Dus werd het eerste stuk door de meesten met gemak genomen. Dat zou wat beloven het terugstuk langs Krabbedijke en Yerseke. Maar wat bleek op de laatste dam met in de verte het zicht op de haven van Antwerpen? Zoals de weerkundige naast mij zei: de wind was in het water gaan liggen.
Was er dan helemaal geen wind? Tuurlijk wel, kom op zeg. Je gaat toch niet de BalecoZeelandtoer fietsen zonder wind tegen. Dus zaten we op veel terugstukken krom gebogen over het stuur ons tegen de wind een weg te banen.
En toen was na 130 km en daarna nog 12, er ineens weer het eindpunt. Daar waar we met z’n allen toch min of meer ook naar hadden uitgezien. Die gezamenlijke maaltijd na een dag hard werken. Wat is dat toch ieder jaar weer een feest. Allemaal met rozige koppen, een biertje een colaatje en bergen mossels.
Of wat anders. Dat kon ook.
En allemaal nagenieten. Nagenieten van deze voor de zevende keer in successie gereden BalecoZeelandToer. Een rit die dit jaar zonder enig incident verliep. Met een Zeelandbrug die met gemak (ja, hoor mij) genomen werd. Met een minimale hoeveelheid fietsende toeristen. Met uiterst beleefde en voorkomende overige weggebruikers. Met een geweldige motard voorop en een kundige volgauto bemanning.
Het blijft ieder jaar weer een feest om te samen met de familie van ‘t Leven over de Zeeuwse wegen te mogen rijden. En te mogen genieten van hun gastvrijheid en betrokkenheid.
Gezien de lovende woorden die ik links en rechts aanhoorde, mag ik gerust met hoofdletters schrijven: BEDANKT VOOR DEZE FIJNE FIETSDAG.
En dat namens alle deelnemers van de BalecoZeelandToer 2015,
Douwe.
RABO Vakantie Molrit
Deze RABO molrit was min of meer een pseudo Jan Jongman Memorial.
Dit zat hem in het feit dat wij na terugkomst in ons clubhuis een hapje, gemaakt door Co en Kees, en een drankje klaar hadden staan welke door de aanwezige leden gretig hun weg vonden naar hun maag.
Vervolgens heeft Jan Korteland, na een korte speech waarin diverse personen bedankt werden voor hun inzet met de organisatie van Zwijndrecht- Zwijndrecht v.v., een cheque met het mooie bedrag van 1500 Euro overhandigt aan de afgevaardigde Marry Pijl van KiKa.
Hierna werd er door bestuurslid Marcel van Rietbergen aan Theo Rutten de Jan Jongman Bokaal uitgereikt.
Hij kreeg deze voor het maken van het Toernieuws in de afgelopen 10 jaar.
Theo was zichtbaar trots op het krijgen van deze prijs.
De afgelopen jaren liep dit samen met de J.J.M.
Maar door organisatorische redenen moesten deze activiteiten een week verplaatst worden.
Achteraf heeft dit blijkbaar zo moeten zijn want de J.J.M. is niet doorgegaan doordat het zo extreem warmweer was die dag.
Tot slot.
Doordat Jannes Schreuder met vakantie is moest jullie webmaster de fotocamera ter hand nemen.
De slechte resultaten uit het verleden is een goede garantie voor de toekomst.
Het lukt mij nog steeds niet om goede/redelijke binnen opnames te maken.
Veel van deze opnames zijn onbruikbaar.
Het eindresultaat staat op de site.
Zie Foto’s <Kalenderjaar 2015> <RABO Molrit> of klik < Hier >
Zwijndrecht Zwijndrecht 2015
Een traditie die z`n weerga niet kent. Zou het vandaag, 30 mei 2015, weer een WEERgaloos vervolg krijgen? De ochtend begint in ieder geval goed. Droog weer, goed voorbereid, althans dat denk ik, rij ik naar zwager Bart, waarna wij naar het fietspad rijden om ons ter hoogte van de Middenweg te voegen bij Maurice. Precies op de afgesproken tijd, 6:50 uur, komen wij aan en bijna tegelijkertijd arriveren Eric en Ronald en kort daarop Rien. Bart rijdt alvast vooruit naar Hans van Rooij, die een stuk verderop staat te wachten. Kort daarop volgen wij en met dat wij weg fietsen kom ik er achter dat ik mijn spatscherm ben vergeten. Als de wieder weerga ben ik terug naar huis gefietst.
Zwager Bart per sms van mijn verzuim op de hoogte gesteld. Dus uiteindelijk toch alleen naar Sportpark Bakenstein in Zwijndrecht gefietst. Wat schetst mijn verbazing als ik het terrein op fiets, de rust. Naar mijn idee is het niet druk. Vorig jaar moest ik over de hoofden fietsen om de kantine te bereiken.Ik zie al wel veel Mollers met de bekende gele hesjes en niet te vergeten onze metgezellen, die ons met hun motor zullen vergezellen tijdens onze rit. Hoe zit het met de inschrijvingen? Afwachten maar. In de tussentijd zoek ik een geel hesje voor mijzelf en laat daarna mijn pas scannen. Zo ik ben er klaar voor.
Vlak voor vertrek blijkt dat er toch nog veel mensen zijn komen opdagen. Zij zijn de bikkels, die zich niet hebben laten afschrikken door die vermaledijde weermannen en –vrouwen, met hun slechte weersvoorspellingen. Henk Biest zegt nog , "Laten we hopen dat het droog blijft”. Hij heeft het nog niet gezegd of het begint lichtjes te druppelen. Gauw mijn regenjack aan gedaan en na de plichtplegingen rijden wij het sportpark af. Het lijkt wel of de duivel er mee speelt, want de lichte drup gaat over in een hevige plensbui. In het donker met best veel wind, regen en hagel rijden wij de Zwijndrechtse brug over het eiland van Dordrecht op om het eiland tijdens de aanhoudende hevige plensbui weer te verlaten via de Moerdijkbrug. In de tussentijd zie ik wel deelnemers afstappen. Zij kiezen eieren voor hun geld en houden het voor gezien. De Diehards rijden echter onversaagd verder. Ter hoogte van de Mijlweg lopen mijn schoenen vol met water en is mijn kleding kletsnat. Het spatschermpje bied niet die bescherming die je er van mag verwachten. Ik ga mij geld terugvorderen!
Eenmaal de Moerdijkbrug over wordt het weer allengs beter en ik merk dat de zwarte humor onder de deelnemers, in mijn nabijheid, omslaat in een lichtere variant. Het tempo in het begin vind ik prettig aangenaam en ben een beetje verrast. Houden wij dit vast. Komt dit omdat wij warm en nog droog moeten worden? Onze metgezellen op de motoren en scooter, reden in formatie voor de stoet uit en zetten de wegen en kruisingen op vakkundige wijze af. Zij gingen zelfs het gesprek aan met de wachtende automoblisten. Dit heeft ongetwijfeld voor meer begrip gezorgd.
Het eerste deel van de tocht naar Nispen is voor onze achterblijvers, sorry, ik bedoel achterrijders, een uitdaging. Door de regen en het natte wegdek zijn er veel lekke banden te betreuren of moet ik zeggen bejubelen? Steeds blijven er twee achterrijders bij de renner met een lekke band. Volgens Hans Duurkoop waren erop een gegeven moment geen achterrijders meer beschikbaar en van Willy Vermeeren begrijp ik dat hij heeft meegeholpen met hoeken. Onze achterrijders hebben zich na de helse bui opnieuw in het zweet moeten fietsen. Mannen en vrouw Jonneke, bedankt voor jullie gedane arbeid.
De tocht heeft ook een beetje een internationaal karakter, want een Engelsman of misschien beter gezegd een Brit, heeft speciaal voor de macabere tocht de oversteek van UK naar Nederland gewaagd. Samen met Theo Rutten heeft hij de rit gefietst en ik heb begrepen dat hij er van heeft genoten. (info FB)
De rit heb ik samen met Henk Biest, Hans van Rooij, zwager Bart, Adri Naaktgeboren en Theo van der Waal als voorrijder van een tussengroep meegefietst. Op het eerste deel naar Nispen raken wij Henk kwijt, omdat er een spaak van zijn wiel gebroken is of los zit. Er zit in ieder geval een flinke slag in zijn achterwiel. Henk moet lang wachten eer de volgauto komt. Henk wordt niet lekker en besluit om de rit in de auto van chauffeur Ada, verder af te leggen.
Tijdens de rit moeten wij als voorrijders er voor zorgen dat er voldoende ruimte zit tussen de groepen zodat er bij het nemen van de bochten voldoende doorstroming is. Dit lukte redelijk, maar kan altijd beter. Bijkomend probleem is dat de afstand ook weer niet te groot mag zijn, omdat dan weer te lang een kruising moet worden afgezet.
In ieder geval komen wij droog in Nispen aan waar de koffie al op ons staat te wachten. Verscheidene wielertoeristen maken een keuze uit één van de terrassen, maar de meesten kiezen toch voor de zaal naast de kerk. Zo ook mijn kompanen en ik.
Na een kop koffie, twee krentenbollen, een stukje Peijnenburg koek en een bifi is het tijd om te vertrekken. De regen speelt echter voor spelbreker. De Leiding besluit om te wachten. Overgens een wijs besluit, want het plenst. Na de bui wordt de tocht voorgezet richting België. Via Putte rijden wij op de grens aan. Een mooie bosrijke omgeving.
Na het overschrijden van de Hollands-Belgische grens wordt op een zeker moment de begeleiding over genomen door de Belgische politie. Dit keer gaat het een stuk rustiger, maar wel zeer resoluut. Al het verkeer, of wij er nu hinder van zouden kunnen ondervinden of niet, moet aan de kant. Gelijk de Tour de France rijden wij richting Antwerpen. Zo bij tijd en wijlen komt een achterrijder met gevolg voorbij om renners terug naar hun plek in de koers te brengen. Echt knechtenwerk noem ik dit. Het moment supreme vind ik als wij, de speciaal voor ons helemaal afgezette, tunnel in Antwerpen in duiken. Wij, tussenrijders, zorgen er voor dat er meer dan voldoende ruimte is tussen ons en de voor ons rijdende groep, zodat wij zonder in de remmen te hoeven naar beneden rijden. Wij sluiten ons weer aan halverwege de klim naar boven. In de tussentijd doet het zonnetje “ In the sky high” haar best om de macht over te nemen. Na de tunnel is het nog maar een klein stukje naar het Belgische Zwijndrecht. De aankomst is weer heel hartelijk. Evenals in Nispen staan onze tassen voor het grijpen en de bananen en krentenbollen liggen klaar.
Tijdens de lunch wordt er gespeecht door vertegen- woordigers van Zwijndrecht en de DTC de Mol.
Jan Korteland, onze organisator van de tocht, is één van hen. Het goede doel, KIKA, wordt niet vergeten tijdens het eten. Ik laat mij de Asperge soep, twee boterhammen met kaas, stukje Peijnenburg koek en Bifi goed smaken. Naast mij zitten twee deelnemers van de rit waarvan hun telefoon kletsnat is. Dit ondanks het beschermende plastic zakje. Gelukkig werken de telefoons nog. Zij slaan druk aan het appen om vervolgens gezellig deel te nemen aan het gesprek. Henk laat ons weten dat hij weer voldoende is hersteld om de tocht verder op de fiets af te maken en sluit na de pauze gelukkig weer bij ons aan.
De terugtocht begint in ieder geval met een lekker zonnetje en dit blijft zo tot aan het eind van deze marathon. Nu rijden wij in een meer gesloten formatie door het Belgische landschap en dorpen. Op sommige plekken is het echt heel luxe wonen. In begrijp die Nederlanders, die wegens fiscale besoignes de wijk namen, dat zij zich onder meer in deze streek hebben gevestigd. Nu wijk ik van onderwerp af. Het tempo zakt langzaam. Blijkbaar zijn er deelnemers die last van vermoeidheid krijgen.
Dat blijkt, want even later zakt een vrouwelijke deelneemster, in een rose trui, van de groep voor ons af. Zij is ongetwijfeld de winnarres van de Giro. Ik heb vast wat gemist, want Alberto Contador heeft de Giro toch gewonnen? Zij wordt warm ontvangen door een paar van mijn collega voorrijders. De rest van de rit wordt zij dapper en fier als een ridder, of in de moderne versie als een ME-er op een racefiets, uit de wind gehouden. Nu ik het toch over beschermen en uit de wind houden heb, onze voorrijder Theo liet zich ook niet onbetuigd, want zo`n beetje de hele rit heeft hij Karen uit de wind gehouden. Alleen, zo begreep ik van Hans Duurkoop, moest hij haar met een lekke band in de tunnel in Antwerpen achterlaten en is zij in de auto naar Zwijndrecht ( B) gereden. Hans heeft Theo gerust kunnen stellen, waarop Theo de rit vervolgt. Nu begrijp ik ook waarom hij daarop direct de kop overnam.
De wederkeer in Nispen is verrassend, want het pleintje in het hart van Nispen is afgezet en de opbouw voor een feest is gaande. De DJ heeft zich al geinstalleerd en de muziek dreunt gezellig over het plein. Een zoektocht naar een plekje op het plein is snel klaar, want wij vinden een plekje op het terras van De Gouden Leeuw. Lekker toeven is het in het zonnetje met een gezellige beat. Ik laat mij wederom een kop koffie, krentenbol, Peijenburg koek en Bifi goed smaken. Zwager Bart en Hans van Rooij genieten ook. Verder zie ik dat tegenover mij de achterrijders zich hebben gegroepeerd rondom een parasol. De tupper ware bakkies komen tevoorschijn en gretig wordt het restant van de pasta genuttigd. Door Eric wordt een complete striptease opgevoerd. In extase gaat de warme kleding uit om plaats te maken voor kort. Jaap Booster, ik weet er is hier sprake van plagiaat, maar mag ik het gebruiken? Onze good old big Gerrit raakt oververhit door de DJ en vraagt een verzoeknummer aan. Als het nummer begint, start good old big Gerrit een wave en bedankt de DJ. Rechts in mijn ooghoeken neem ik iets geels waar. Wat schetst mijn verbazing! Adri en een maat/collega van hem aan het bier. Hij durft! Op één been kan je niet lopen of gefietst. Dus zij zorgen er voor dat zij wel kunnen fietsen. Ik kan al wel verklappen dat Adri niet heeft versaagd.
Natuurlijk zouden wij nog uren kunnen blijven zitten, maar dan zouden wij een overnachting hebben moeten regelen. Het tijdstip voor vertrek breekt aan en iedereen maakt zich klaar voor vertrek. Het laatste deel van de rit staat voor de deur. Wat kunnen wij nog verwachten? Zon, gezelligheid, een beetje vermoeidheid en onverzettelijkheid. Iedereen wil de tocht uitrijden. Het laatste stuk is voor sommige deelnemers best wel pittig, want de vermoeidheid begint zijn tol te eisen. Wij als tussenrijders moeten hier natuurlijk rekening mee houden met het gevolg dat wij niet harder dan maximaal 25 km kunnen trappen (dus niet gemiddeld). Mij hoor je niet klagen! Tijdens het laatste deel van de rit blijkt dat wij het heftige zware natte en vieze weer alweer zo goed als zijn vergeten. Betekent dit nu dat wielertoeristen aan een lichte vorm van dementie lijden of zijn wij gewoon ras optimisten.
Terug op Sportpark Bakenstein zijn Hans van Rooij, zwager Bart en ik nog even de kantine in gedoken om een biertje te drinken. Een tweetal deelnemers van 71 jaar komt naast mij zitten en vragen hoe de rit is verlopen. Zij zijn, toen de hel los barstte, gestopt en terug gegaan. Zij vertellen mij dat zij de tocht al zeven keer hebben gefietst, maar gezien hun leeftijd besloten hebben om het slechte weer niet te trotseren. Volgend jaar zijn zij weer van de partij. Na een paar biertjes is het feest jammer genoeg voorbij. Wij spreken af de rit naar huis rustig te zullen afleggen, maar het werd na een rustige start toch al snel een sportieve stoeipartij, waarbij alle remmen los gingen. Heerlijk!
Ik heb genoten en ik denk velen met mij. De opkomst gezien de weersverwachting was redelijk. Organisatie, koprijders, tussenrijders, achterrijders, begeleidende motorrijders, chauffeurs volgauto`s en politie hartelijk bedankt. Zonder jullie bijdrage is het niet mogelijk om de dergelijke illustere rit te organiseren en te fietsen. Tot volgend jaar !!
A4-tje
Twee bijzondere Mol-weekenden
Allereerst een rondje Vlist. Als Rinus voorop rijdt, dan weet je dat je niet rechtstreeks naar die prachtige sloot gaat, maar dat je via een nogal forse omweg uiteindelijk de rustplek bereikt.
En niet omdat Rinus alleen aan de kilometers denkt, maar omdat hij de verschillende wegen weet te vinden (en zelfs te onthouden) die uiteindelijk tot het doel leiden. Groot was dan ook de verrassing toen we met een flinke MOL-groep ineens arriveerden bij de voor ons gereserveerde tafeltjes. Verwonderd werd daarover gesproken: wat een vaak ontbeerde weelde. Tip voor de uitbater in Hekendorp wellicht. Maar dat was nog niet alles. Er was er één jarig en dat kon je niet zien, maar dat was zij.
Het had de moeder van onze voorzitter behaagd om een aantal jaren geleden op de 27ejuli te bevallen van een jonge dochter en haar Ada te noemen. Niet wetende dat een aantal jaren later deze dochter op een titanium fiets (gesponsord door de moeder) naar de rustplaats zou fietsen met in haar kielzog een spanne van Mollers, waarvan de dochter ook nog voorzitter zou zijn. Kort gezegd: Ada was jarig en wilde dat vieren. Bij de Vlist, bij die gereserveerde tafeltjes. Na het verorberen van de geschonken appeltaart en ingeschonken nattigheden barstte natuurlijk het oorverdovende traditionele verjaardagslied los waarna Wout op zijn fluitje blies. Aan alles komt een end. Dus ook aan een MOL-pauze. Op de fiets en stukje met de boot. Bij prachtige weersomstandigheden en dus een gedenkwaardige rit.
Het weekend daarop: twee ritten op het programma. Eentje over de Betuwsche hoogten en eentje door de Zeeuwse laagten.
Omdat het al weer een tijdje geleden was dat ik mijn klimcapaciteiten had aangesproken, werd het wel weer eens tijd om het bewijs te krijgen welke mijn talenten niet zijn. Het klopt nog steeds: klimmen doe ik niet als de beste maar dalen dat gaat me prima af. Fijn hoor zo’n fiets (ook gesponsord, maar dan door mijn moeder) die zo soepel naar beneden rijdt, met mij er op als richtinggever. Ben toch wel weer een beetje trots dat het volbracht is en na een verkeerd gekozen –te lang durende- omleiding zonder spierpijn thuis was. En met in het vooruitzicht op zondag de platte rit te gebruiken om weer een beetje bij te komen. Was effe de Kiltunnel vergeten… en het terugrijden van een vermeende lekke band en ook het inhalen van het peloton na een echte lekke band met portofoon. Kijk, daar had ik allemaal niet op gerekend zo achter het peloton hangend. En met achter mij steeds weer die man die na drie jaar Molpelotonrijden nog steeds niet weet/door heeft/snapt/wil snappen (of er gewoon lak aan heeft) dat de gele hesjes dragers de eersten en vooral ook de laatsten van het peloton zijn. Maar uiteindelijk was het feest in Ooltgensplaat. Overigens ook daarvoor, omdat Marcel tijdens zijn voorbereidingen een mooie alternatieve route had gevonden op Goeree-Overflakkee. Maar wat er daarna voor het MOL-peloton was geregeld, was in één woord geweldig.
De naamgever van de rit, onze shirtsponsor Magna Cura, in de persoon van Ger de Wit, had voor het vertrek al aangegeven dat de pauze-consumpties voor zijn rekening zouden zijn. Dus was dat nu niet helemaal de verrassing meer, maar wat de uitbaters van het restaurant “Het Oude Raadhuis” hadden (voor)bereid was van grote klasse. Je zag aan alle zelf gemaakte taarten dat daarin veel liefde en vakman/vrouwschap was gestoken. Magna Cura dus. Vertaald vanuit het Latijn heel toepasselijk: Grote Zorg (bekommernis). De pauzeplaats is door een enkeling al omgedoopt tot Ooltgenstaart. Het gemeentebestuur aldaar moet er nog een uitspraak over doen, maar van mij mag dat. Evenals dat het een jaarlijks terugkerende traditie mag worden. Net zoals een verjaardag.
Er rekening mee houdend, dat het niet ieder weekend feest kan zijn, neem ik de volgende keer maar gewoon mijn krentenbolletjes mee en zal ze dan ook weer netjes opeten. Immers de volgende weekendverjaardag is nu net op een dag eerder gepland dan de aanstaande Mol-rit. Hoe is dat nu toch mogelijk….
Ada en Wim bedankt voor de overheerlijke traktaties en voorrijders bedankt voor de prachtige routes.
Douwe.