Supermol – Molrittenkampioen 2009
Wie zijn het dit jaar geworden?
De Molrittenkampioen en Supermoller van het fietsseizoen 2009. Wie zijn de opvolgers van Theo v/d Waal de Molritten-kampioenen 2008 en Rinus v/d Burg de Supermoller 2008.
Na de 42km lange afsluitingsrit, waaraan ruim 70 leden deelnamen, werden de leden in het clubhuis ontvangen door Co Naaktgeboren en Corrie Bakker. De overbekende erwtensoep stond reeds te dampen. Het was het deze morgen een droge dag met een windkracht van 3 tot 4 Bft. De temperatuur lag bij de start om 09:30 uur rond de 10 graden. Kortom een prachtige herfstdag. Nadat alle leden de erwtensoep goed hadden laten smaken, kon er begonnen worden aan de plechtigheden. Dit keer geopend door de voorzitter Rob v Rutten. Met een korte welkoms woord gaf hij de microfoon over aan Ardwil Goedegebuur. Na een korte inleiding waarin hij het vertrek van mede TC voorzitter Jaap Booster aankondigde en Douwe Harder de opengevallen plaats als nieuwe kersverse TC lid hartelijk welkom toewenste werd er overgegaan naar het officiële gedeelte van deze ochtend.
De eer om de prijzen uit te reiken werd ditmaal aan de vertrekkende TC lid Jaap overgelaten. Het was dit jaar wederom uitermate spannend. Kijk je naar het supermol klassement dan zie je dat tussen plaats 1 en 2 5km verschil zit. Molritten kampioen is Karel Besemer geworden, 2e plaats net als afgelopen jaar voor Miranda Klootwijk en de 3e plaats voor Douwe Harder. Supermoller 2009 is geworden Jan Korteland de 2e plaatst voor Karel Besemer en de 3e plaatst voor Eveline Verjaal. De shirtjes welke bij dit kampioenschap behoren worden llater dit jaar nog uitgereikt.
Molritten Kampioen 2009 Karel Besemer (links), Supermoller 2009 Jan Korteland (midden)
(rechts) Eveline Verjaal van harte gefeliciteerd.
Ven2-4cancer 9-9-2009
Twee boekjes geleden deed Peter Overduin een oproep met de vraag of er nog Mollers waren die met hem de Mont-Ventoux op wilden fietsen, dit met als doel, geld ophalen voor de kankerbestrijding. Deze actie zou moeten plaats vinden op 09-09-09,genaamd ven2-4cancer, oftewel de Ventoux 4 keer beklimmen alleen of in teamverband. Nou stond mijn vakantie al gepland en geboekt voor augustus, maar na overleg met het thuisfront kon dit wel wat worden ingekort. Peter was helaas net na het uitkomen van het boekje voor 4 weken op vakantie gegaan dus tegen de tijd dat ik hem te pakken had was het eind juli. Na 1 telefoontje was besloten dat ik mee zou doen en ik gaf mij op bij de organisatie, officieel was de inschrijvingsdatum al voorbij, maar dit was gelukkig geen probleem. Wel moest ik de toezegging doen dat ik mijn best moest doen voor minimaal 500 euro aan sponsorgeld, met slechts twee weken te gaan naar mijn vakantie en daarna nog twee weken tot aan 09-09-09 leek mij dit een zware opgave.
Ik heb dan ook zo’n een beetje iedereen uit mijn adresboek gemaild dan wel aangeschreven. Ook deed ik een oproep in het clubblad. Wat er toen gebeurde had ik nooit durven dromen, van alle kanten werd er gedoneerd, de teller stond al binnen twee weken op 346 euro. Bij terugkomst van vakantie stond de teller op 1257 euro, op 09-09-09 belde mijn vriendin op met de mededeling dat er al 1937 euro opstond en de laatste stand is nu 2230 euro. Ik zag tussen de namen op de afschriften ook een aantal namen van molleden staan en ik wil jullie langs deze weg daar heel hartelijk voor bedanken, het is werkelijk fantastisch. Bij Peter, die werkzaam is bij de politie zuid-holland-zuid hadden zich inmiddels nog 4 collega’s aangemeld en met zijn zessen zouden wij een team vormen. De politie stelde een bus met grote aanhanger en een personenauto beschikbaar met daarbij een europatankpas en geld voor de autoroute, zodat wij geen kosten hadden.
Op maandag 07-09-09 zijn wij vertrokken om vijf uur in de ochtend en na een voorspoedige reis arriveerden wij om half zeven s’avonds op de camping in Carpentras. De Ventoux stond majestueus te glimmen in de zon,afwachtend, uitdagend maar bovenal imponerend. Dinsdag zijn wij een fietstochtje wezen maken van om en nabij de 60 kilometer, de bedoeling was omal een keer vanuit Sault de Ventoux te gaan beklimmen,echter door een duistere reden waren enige teamleden niet erg lekker, waaronder ik, overgeven, diarree, dus zijn wij vanuit Bedoin een klein stukje begonnen aan de klim tot aan het beruchte bos. S’avonds knapten wij aardig op maar werd de volgende ziek.
Woensdag 09-09-09.
Vandaag is de dag, om 4 uur opgestaan, om half 5 ontbeten en daarna de auto ingegaan om naar Bedoin te rijden. De bedoeling was om de eerste keer de berg vanuit Bedoin te beklimmen, daarna af te dalen naar Maulacene om vervolgens de berg vanaf die kant zoveel mogelijk te beklimmen. De start stond gepland om 06.09 uur en we moesten van de organisatie dan ook allemaal verlichting op de fiets hebben. Wij waren in totaal met 77 renners en dit was een prachtig gezicht, al die fietsers die in de donker de berg op fietsen en in het bos verdwijnen. De klim was op alle fronten adembenemend, maar een zonsopgang op de Ventoux moet je een keer meegemaakt hebben. Bovenop stond een busje van de organisatie die de renners ontving met eten en drinken. Na een korte rust ben ik afgedaald naar Maulacene om vervolgens om te keren om weer te gaan klimmen. Beneden had ik een tasje met daarop mijn startnummer en naam waar ik mijn arm- en beenstukken indeed, deze werd vervolgens opgehaald door een motorrijder en die bracht het weer naar boven, zodat je bij de volgende afdaling er weer warmpjes bij zat. Halverwege de tweede klim kreeg ik kramp in mijn bovenbeen en daar word je geen blij mens van kan ik jullie vertellen. Na even gerust te hebben ben ik doorgegaan naar boven en daar weer een pauze genomen. Bij de tweede afdaling stond halverwege een stand met twee sportfysiotherapeuten en deze hebben goed werk verricht. Na een [pijnlijke]massage was ik er weer klaar voor, verder afgedaald, onderaan gedraaid en weer terug naar boven. Ik moet zeggen dat deze derde keer lekkerder ging dan de tweede. Inmiddels was het al dik middag en ik heb nog even overwogen om voor de vierde keer te gaan, maar het koelde zo hard af dat ik er geen heil meer in zag. Een paar bikkels, waaronder twee uit ons team, zijn wel voor de vierde keer gegaan, en deze waren s’avonds rond half acht boven. Twee mensen zijn met onderkoelingsverschijnselen afgevoerd, de rest werd met warme paardendekens ingepakt.
Het meest wat mij altijd bij zal blijven is de saamhorigheid op zo een dag. Niet alleen de renners en hun familie, maar ook de toeristen en fransen die spontaan op je af kwamen, hun verhaal vertelden. Een Nederlandse vrouw zei tegen mij nadat ik had uitgelegd waarmee en waarvoor wij bezig waren; je doet het dus ook een beetje voor mij. Je moet wel van steen zijn als dit je niet zou raken. Het leukste vond ik toch wel een Canadees die boven kwam en abusievelijk werd aangezien voor 1 van ons, hij werd met alle egards ontvangen en de beste man was totaal overdonderd. Wat een ontvangst op de Ventoux dacht hij, koffie soep en fruit. Nadat ik had verteld dat het waarschijnlijk een foutje was, wat overigens helemaal niet erg was, die koffie en die soep zouden ons de kop niet kosten, doneerde hij aan de organisatie terplekke 50 euro. S’avonds hebben wij met ons team nog een klein feestje gebouwd, met bubbels,en om half twee rolden wij in bed. Een hele lange dag vanaf 4 uur s’ochtends, maar wel een bevredigende. Ik ben bijzonder trots op alle teamleden, Peter, Benjamin, Kees, Corne, Jan en ondergetekende, in totaal hebben wij 16 keer de Ventoux beklommen.
De laatste tussenstand stond te teller op dik 70.000 euro voor de kankerbestrijding. Op donderdag zijn wij rond het middaguur weer begonnen aan de terugreis en waren wij om half twee s’nachts in Dordrecht. Na het uitpakken en inladen van de eigen auto’s, afscheid genomen te hebben, ben ik huiswaarts gekeerd waar mijn vriendin wachtte, zij was de hele avond op gebleven. Na het vertellen van mijn belevenissen totaal uitgeput om drie uur in slaap gevallen.
Terugkijkend op het geheel ben ik bijzonder tevreden en trots. Trots, niet op mijn prestatie, maar op het feit dat er zoveel mensen zijn die zich inzetten voor het goede doel, en mensen die mij het vertrouwen schonken door geld te storten. Ook vind ik het heel bijzonder dat zes mensen in zo een korte tijd een team konden vormen, ik kijk met enorm veel plezier terug op de dagen.
Groetjes, Harald van Soest.
Balecotoer 5-9-2009.
5 September, kwart voor zeven.
Een beetje bibberend van de kou en de slaap, wachtend, onder het wakend oog van een aantal achter de tralies zittende, tot het zeven uur zou slaan. Op pad, met een behoorlijk peloton, nu nog auto’s, naar het verre Zeeuwse Heinkeszand. De ochtendstond heeft goud in de mond, is een holle frase als je dat niet aan den lijve hebt gezien. Een gouden zonsopkomst: net onder de hooggelegen Moerdijkse spoorbrug de zon, die zijn best deed om de donkere wolken boven Willemstad te verlichten. Waren de wolken zo donker omdat het nog vroeg was? De regenboog gaf dadelijk antwoord. Achter de regenboog was de boog verdwenen. Roosendaal werd door een fikse regenbui behoorlijk behoosd. Zo behoorlijk dat het voor de rest van de dag op was. Heinkeszand is op verschillende manieren te benaderen: rechtstreeks en niet rechtstreeks. De beslissing om voor het laatste kiezen bleek uiteindelijk een vooropgesteld plan te zijn dat onder de noemer parcoursverkenning geplaatst werd. Het ontvangst in het restaurant was er niet minder hartelijk door. De dag had niet beter kunnen beginnen: koffie, appelgebak, 50 van ongeduld trippelende Mollers en Zeeuwse luchten en winden.
De Balecotoer.
Een door Jan van ’t Leven en zijn schornuiten georganiseerde en uitgezette toertocht over de Zeeuwse wegen. Ze hebben daar geen dreven. Alles plat, alles open, geen boom te bekennen. Ja, die paar om de wind bij die boerderij weg te houden. Maar wat is dat land mooi, wat is het daar toeven. En wat zijn die Zeeuwen gastvrij. Laat je uit de randstad (behoort Dordt daar nog bij) 50 fietsende mannen en vrouwen vroeg uit de veren rondom Veere toeren, het is hun hobby, en worden ze nog geheel in de watten gelegd. Vanaf kilometer eerst tot kilometer laatst: een rit om in te lijsten. Ja, we moesten wel zelf trappen, op sommige dammen en dijken ging dat misschien met wat moeite, maar wat een verzorging. In de pauze: weer koffie met appelgebak. Het was mijn dag, leve het daalspek! En dan kan zo’n klein stukje Zeelandbrug er ook nog wel bij…. Door Zierikzee…op naar de mosselen. Heb me laten vertellen dat mosselen niet zoveel calorieën bevatten als appeltaart. Ik geloof dat meteen en houd dat ook zo. Wat is er lekkerder dan een maal mosselen met mensen die in hetzelfde plezier hebben. Wat is er leuker dan naast een Moller te mogen zitten die, over de zestig, nog nooit een mossel had gegeten en ze die dag voor het eerst proefde. En ze lekker vond. Wat een feest! Wat een dag!. Wat een prachtig initiatief van een sponsor die niet groot op onze rug staat, maar een ons een grootse dag heeft bezorgd.
Formacodabel en Balecomissimo!
Ik sta er volgend jaar met plezier vroeg voor op.
Douwe Harder
Bedwingers van de Mont Ventoux; Midlife Mountain
De Ventoux is mijn midlife mountain’ bekent Stephane van Gassen de donderdag voor Pinksteren in een café in Bédoin, een dorpje aan de zuidwestkant van de Mont Ventoux. Morgen fietst hij de hoge Provençaalse berg op. De veertigjarige advocaat uit Bosschenhoofd is hier zonder vrouw en kinderen. Hij heeft de juiste uitrusting en traint twee keer per week. ‘Een spirituele belevenis’ staat hem te wachten, hoopt hij, als hij na eenentwintig kilometer klimmen de top bereikt. Elk jaar fietsen duizenden amateurwielrenners de Mont Ventoux op. Onder hen zijn veel Nederlanders. Vaders, zonen, echtparen, vrienden.
Sommigen doen ongetraind een poging, anderen bereiden zich maandenlang voor. Sommigen halen de top, anderen haken halverwege af. De een fietst het in anderhalf, de ander in drie uur. De ‘klasbak’ met een verzet van 39 voor en 18 achter, de ander draait 30 voor en 28 achter (het ‘piemelverzetje’). Wielrenners hebben een haast religieuze bewondering voor de berg. Voor de wielergemeenschap – renners, ex-renners, supporters, commentatoren – is de Mont Ventoux een bedevaartsoord. Ook schrijvers en dichters vinden in de berg een hogere waarheid. Al in de veertiende eeuw vergelijkt Petrarca de beklimming (te voet) met ‘de weg naar het gelukzalige leven’. Voor Jan Donkers valt op de top een belangrijke beslissing in de generatiestrijd tussen hem en zijn achttienjarige zoon. Wilfried de Jong bewaart de beklimming voor zijn vijftigste verjaardag en Jan Kal dicht: ‘Dichten is fietsen op de Mont Ventoux’. De beklimming van de magische berg is een defining moment voor velen.
Duistere anekdote.
In de verhalen en verslagen over de Ventoux wordt het toch al heroïsche, mythische karakter van de wielertaal nog eens stevig opgeschroefd. Beeldspraak begeleidt de woorden op en over de berg zó consequent, dat de Ventoux langzamerhand zelf een stijlfiguur lijkt. Noem het geen berg, maar een Moordenaar. Een Viezerik, een Hond. Een Wild Beest dat je niet beklimt, maar aanvalt in de hoop het te mogen temmen. De berg spreekt dan ook tot de verbeelding. Het is een zonderling natuurverschijnsel, met op de top heftige windstoten, extreme temperatuurverschillen en witte kalkstenen bulten waardoor de omgeving rond de top op een maanlandschap lijkt.
De dood van profrenner Tommy Simpson tijdens de Tour de France van 1967, door een teveel aan amfetamine, alcohol en hitte, verbindt de berg voor altijd met een duistere anekdote uit de wielergeschiedenis. Bovendien is het een loodzware beklimming. Het stijgingspercentage is soms elf procent en de klim is in totaal eenentwintig kilometer lang. Dit jaar is de Mont Ventoux opgenomen in het etappeschema van de Tour de France. Dat komt weinig voor, hoezeer de naam van de berg ook verbonden lijkt aan de bekendste wielerkoers ter wereld. Het is pas de veertiende keer in de 106-jarige geschiedenis van de Tour en de vijfde keer van de afgelopen vijfendertig jaar. De kans is groot dat de Tour dit jaar wordt beslist op de flanken van de Mont Ventoux, een dag voor de finish van de Tour in Parijs.
Wapperende fietsers.
De Ventoux heeft drie ‘officiële’ startpunten: de dorpjes Bédoin, Malaucène en Sault. De beklimmingen vanaf de eerste twee zijn zwaar, de derde is ‘voor mietjes’. De eerste 5,5 kilometer van de weg naar de top vanaf Bédoin is vals plat. Hier fietsen de groepjes fietsers nog samen. Na een scherpe bocht naar links begint de echte klim. Vanaf hier: haute categorie. De bidons met water worden frequenter uit het frame getrokken en de versnellingen vaker bijgesteld. Dan voert de weg door tien kilometer bos (‘de kleine groene hel met een zwarte streep asfalt’ volgens de Berggids voor fietsers). De renners die nog samen fietsen worden van elkaar gescheiden door het stijgingspercentage van tussen de negen en elf procent. De begroeiing eindigt en de Kale Berg begint bij een restaurant, Chalet Renard. Sommigen fietsen een rondje op de vlakke parkeerplaats van het restaurant om de benen klaar te maken (‘door te spoelen’) voor de slotkilometers. De laatste 4,5 kilometer stijgt gemiddeld met 8,5 procent. Het waait hard, merken we aan de wapperende fietsers. Een kilometer voor de top ligt het monument van Tom Simpson. Lege drinkbidons, fietsbanden en etensresten zijn zorgvuldig neergelegd bij de gedenksteen voor ‘de Mus’. Sommige renners stappen tijdens de afdaling af en staan stil bij het monument, renners die omhoog fietsen roepen het monument iets toe. Vanaf het monument is de berg goed zichtbaar. Nog een laatste scherpe bocht naar rechts en daar is de top.
Veel fietsers hierboven zijn op leeftijd. Johannes Vis (73) heeft de Ventoux al minstens veertien keer beklommen. Soms gaat de oud-vrachtwagenchauffeur met een groep naar boven, vandaag fietst hij in zijn eentje, ‘te midden van lotgenoten’. Als Vis in de buurt is van de Ventoux kan hij zijn ogen er niet vanaf houden. ‘En elke keer denk ik: nog maar een keer.’ Als de tweeënzestigjarige Wim Hartman de top bereikt vliegen verschillende mensen hem om de nek. Het zijn vrienden die met de auto naar boven zijn gereden om hem aan te moedigen. Hartman stapt van zijn fiets en springt rond over het asfalt. Zwaaiend met een in zijn hand gedrukte vlag van zijn woonplaats Hoogland brult hij: ‘Ik geef het goede voorbeeld aan mijn patiënten! Niet roken en veel bewegen!’ Hartman is huisarts.
Schaafwond.
De laatste honderdvijftig meter zijn CBR-examinator Jan van der Glas uit Zwijndrecht te veel. Lopend met zijn fiets aan de hand komt hij boven. ‘De kramp schoot erin.’ Van der Glas wordt volgende week zestig en zet, hoewel hij de top niet per fiets bereikt, een scherpe tijd neer: één uur en vijfenveertig minuten. ‘Ik ging als een speer.’ Zijn vrouw en meegereisde supporter Jannie (58) geeft hem een zoen.
Een schaafwond kleurt het jukbeen op de linkerwang van Robbert van Steijn donkerrood. Onder zijn oog een bloeduitstorting. Van Steijns outfit bedekt wonden op elleboog en schouder, zijn wielerhandschoen verbergt een dikke ringvinger. Die is dubbelgeklapt bij zijn val, twee dagen geleden tijdens de afdaling.
Ik had geen idee hoe dat afdalen moet,’ legt de vierenveertigjarige dirigent uit Linschoten uit. Hij had gehoord dat tijdens het afdalen soms wel snelheden van zeventig à tachtig kilometer per uur werden bereikt. ‘Toen ik vijfenzestig op de teller zag, dacht ik dat ik wel goed zat.’
Na ongeveer tweederde van de afdaling ging het mis: ‘Ik nam een bocht niet scherp genoeg. Ik viel over mijn fiets heen en kwam met een knal met mijn helm op een rotsblok.’ Van Steijn stond direct op. ‘Kijken of je fiets in orde is toch het eerst wat je doet.’ Twee dagen later fietst hij weer omhoog.
De meeste twintigers die hierboven te vinden zijn, doen mee aan de verschillende wedstrijden die in het pinksterweekend gereden worden. Ze zijn afgetraind en fanatiek. Leontien Vellekoop (29) bijvoorbeeld, psychotherapeute uit Rotterdam, traint gemiddeld zestien uur per week, en fietst alle amateurwedstrijden (cyclo’s) die ze kan. Vandaag rijdt ze een tijdrit en eindigt als derde vrouw. Haar tante heeft een huis aan de voet van de berg. Ze is de tel kwijt hoe vaak ze al naar boven is gereden, maar vandaag noteert ze haar snelste tijd ooit (één uur en zevenendertig minuten). ‘Als ik gisteren niet die wedstrijd van honderdveertig kilometer had gereden, was ik vandaag scherper geweest.’
Harm-Anton Kiefte kijkt vol bewondering om zich heen. De negenendertigjarige ‘teamleider vliegtuigonderhoud’ uit Almere is zichtbaar onder de indruk. Van zijn eigen prestatie, maar vooral van zijn Kreng. ‘Alles wat ik verwacht had komt uit. Ik heb de Alpe d’Huez ook gereden, maar dat stelt nu niets meer voor.’ Het is de derde keer in vijf dagen dat hij de top bereikt. Hij glundert: ‘Vandaag net onder de twee uur.’ Kiefte had een paar dagen geleden getwitterd: ‘Het is hier onbarmhartig, niets ontziend. 8 gr, snijdende wind. Gevoel is mix van nederigheid, angst, ontzag. Maar o, wat is dit mooi!’
Bananensap.
De Ventoux wordt collectief aanbeden, maar individueel beleefd. Voor de fietsers is het bereiken van de top een overwinning op zichzelf én een overwinning op de hoge berg die van alle verhalen alleen maar hoger is geworden. Daar komt Stephane van Gassen (40) weer omhoog gefietst. Het is de tweede keer vandaag, en de derde keer in twee dagen dat hij de top bereikt. ‘Je probeert toch te bewijzen dat je nog een jonge vent bent,’ lacht hij. Hij neemt een slok uit zijn bidon. ‘Bananensap. Suikers.’ In zijn oren zitten oordopjes. ‘Tiësto, voor de cadans.’ Hij kijkt uit over het dal. Het is koud en hij doet zijn windjack aan. De opwinding van een paar dagen geleden maakt plaats voor nuchterheid. Hij bereidt zich voor op de afdaling. ‘Ik kan naar huis, ik heb ze nu alle drie gedaan. Maar het zwaarste komt maandag. Dan ga ik met de kinderen naar de Efteling.’
04-07-2009 Maurits Martijn, foto's Adrie Mouthaan.
Jan Jongman Memorial 2009
De Jan Jongman Memorial is door een dertigtal leden verreden. Zij konden de weg naar het clubhuis vinden ondanks de slechte weersverwachtingen. Het miezerde de heenreis naar Hekendorp en vanaf Hekendorp naar de pont bij Schoonhoven was het droog. Na de overtocht begon het weer de regenen. Al met al een natte bedoeling met veel, nee heelveel lekkenbanden. Bij de van Brienenoordbrug was de volgwagen zelfs door zijn voorraad heen. Op het laatste stuk naar Hekendorp toe zijn er twee deelnemers in de volgwagen gestapt met een lekkenband.
Na terugkomst in het clubhuis stonden Rini Jongman en een afgevaardigde van KiKa ons op te wachten. Door alle lekkenbanden en het slechte weer waren wij een kwartiertje later terug dan gepland. Zoals afgesproken stond hetkoud buffet klaar, gemaakt door Co en de fam. Bakker. Het smaakte prima al was er nog aardig wat over. Maar ja, Co had op een 60 tal leden gerekend. Na een kort praatje van Jan Korteland werd door Rini Jongman de cheque, met het fantastische bedrag van 2.150 Euro daarop geschreven, overhandigd aan het KiKa fonds dit als afronding van Zwijndrecht – Zwijndrecht v.v. 2009. Met deze afronding van Zwijndrecht – Zwijndrecht 2009 hebben wij Jan Jongman als grootte man achter het ontstaan van Zwijndrecht – Zwijndrecht met recht geëerd.
Gerrit-J v/d Bogerd