Supermol – Molrittenkampioen 2006
Wie zijn het geworden?
De Molrittenkampioen en Supermol van het fietsseizoen 2006. Wie zijn de opvolgers van Wim Bakker Molritten-kampioenen 2005 en Jaap Booster Supermol 2005.
Voor het bekend maken van de nieuwe kampioenen stond er de inmiddels bekende Erwtensoeprit op de kalender als afsluitende rit van het fietsseizoen. Helaas was het deze morgen (28 oktober) een natte, maar gelukkig niet een koude dag. Of het de beloofde snert, de nieuwsgierigheid of de gedachte van, ik moet aanwezig zijn al is het alleen maar om je club te tonen dat je hart voor je club hebt stonden er toch een 36 tal mannen en 4 vrouwen met karakter om de laatste 45 Km van het seizoen fietsend af te leggen. Onder aanvoering van Wout Borman en Karel Uiterlinden werden de 46 Km’s in rap tempo en in somber maar zonder neerslag van betekenis weggetrapt en zaten we na 2 uur aan de warme erwtensoep.
Na de soep was het tijd om de kampioenen bekend te maken. Als eerste werd Co Naaktgeboren een supermol shirt 2006 uitgereikt, omdat hij er altijd is en zonder zijn koffie kunnen we niet vertrekken voor onze toertochten. Hierna kreeg iedere deelnemer die zijn supermol kaart had ingeleverd een herinnering met vermelding van het totaal van de gereden molritten km’s en een oorkonde met het totaal van de supermol gereden km’s wat inclusief de buitenrit is. Ook Wim van Papendrecht die ieder seizoen vele keren achter het stuur zit van de volgwagen en Anton Verjaal hij zorgt ervoor dat er iedere week een chauffeur en bijrijder op de volgwagen zit om ons te begeleiden kregen een herinnering. Voor het uitreiken van de kampioenstruien was dit jaar de eer gegeven aan onze hoofdsponsor Arie van den Herik. Arie deed dit met ferme en veel plezier want er kon tweekeer bij gezoend worden. In zijn speech waarin hij zijn waardering voor de toerclub uitsprak deelde hij terloops even mede dat hij en de andere sponsors voor nog eens 3 jaar de toerclub gaat sponsoren. Dit werd met applaus beantwoord. Tot slot werd de eer aan mij gegeven om de Gouden,Zilveren en Bronzen medailles uit te reiken voor het Molritten klassement. Uiteraard liet ik deze kans niet voorbij gaan om ook net als Arie tweekeer te mogen zoenen.
De Molrittenkampioen 2006.
Fietsend naar het einde van het seizoen werd dit een titanen strijd tussen de beide dames van Verjaal. Zij hadden beide dezelfde aantal molritten gereden. Met dit verschil dat Anne-Marie de openingsrit had gemist en Eveline de Voorjaarstour. Daar de openingsrit 45km lang was en de Voorjaarstoer 130km ontstond er een verschil van 85km in het nadeel van Eveline. Dit gat kon niet meer gedicht worden tot aan het inleveren van de stempelkaarten op 15-oktober. Molritten Kampioen 2006 Anne-Marie Verjaal
De Supermol 2006.
Dit jaar bleek maar weer hoe belangrijk Zwijndrecht Zwijndrecht visa versa, met een afstand van 220km, is om aan mee te doen en in aanmerking te komen voor Supermoller. Dit is onze Theo Rutten achteraf duur komen te staan. Hij heeft nog van alles geprobeerd om, tot aan poging omkoping toe, deze opgelopen averij in te halen. Maar Eveline wist haar opgebouwde voorsprong na Zw-Zw vast te houden. Vervolgens schudde ze haar zus Anne-Marie van zich af door wel aan de buitenrit RABO toertocht mee te doen waar Anne-Marie verstek liet gaan. Supermoller 2006 Eveline Verjaal
De truien voor dit seizoen zijn wederom beschikbaar gesteld door de kleding leveranciers van ons tenue Decca.
Zo kwam er een mooi eind aan het fietsseizoen 2006 dat begon in februari en totaal 4.835 km lang was voor het supermol klassement. Wij wensen alle leden een fijne overwintering toe hoe een ieder dat ook in gaat vullen. Denk daar bij aan de mogelijkheid van de winterritten, iedere zaterdag om 10.00 uur met vertrek bij Reaplus / Impulse en de MTB tochten op elke zondag zie agenda. Of een spinning arrangement bij Impulse. Hiervoor kunt u zich nog steeds opgeven bij Impulse.
Tot het volgende seizoen.
Gerrit-J v/d Bogerd
Vélomédiane-La Roche 2006
Wielervrienden, er zijn van die tochten dat je denkt waar beginnen we weer aan. Ieder jaar valt de inschrijving in de bus van de Vélomédiane in La Roche. La Roche ligt centraal in de Ardennen, bij deze tocht is Claude Criquielion de peetvader. Met mijn wisselende diensten kon ik dit jaar weer meedoen, dit voor de 4e keer.
De Vélomédiane geldt als één van de zwaarste Cyclo’s. Het parcours bestaat uit 24 beklimmingen, met hoogte verschil van 3300 meter, dit verwerkt in een afstand van 172km. Vrijdag 25/8 was het verzamelen om af ter reizen. Onze ervaren fietsploeg bestond uit Toon Tollenaar, Arie van Houwelingen, Martin Veldhoen en ikzelf (Gino). In de auto was het herinneringen ophalen van de vorige tochten en een weerpraatje.De mannen waren niet onder de indruk van mijn mededeling dat het morgen, zaterdag 26/8, een droge dag zou worden. Afgelopen dagen was er veel regen gevallen. Na een ietwat onrustige nacht, Toon kroop slaapdronken in het verkeerde bed, naar de start. Bij de start was er toch weer die gespannen sfeer, wordt het brons, zilver of goud als aankomst tijd. Door rijendikke supporters worden we uitgezwaaid en aangemoedigd en s’ avonds weer ingehaald.
De tocht is rondom La Roche uitgezet, de beklimmingen variëren van 3.5% tot 15.2% met een uitschieter naar 21%. Een zwaartepunt is de Mur de la Vélomédiane, na 62km, de beklimming begint met 17% naar 21% totaal 1,8 km. De weg is vochtig, dus opletten geblazen. Over blazen gesproken, op diverse plaatsen langs het parcours zijn er muzikale aanmoedigingen voor de fietsers. Een andere kuitenbijter is de Cote du Parc 15% op73km. Gevolgd door de Col de Haussire 11%. Op 100 km bij de Cote de Malempré, 10%, schakel ik mis en mijn ketting vliegt eraf, gelijk maar een sanitaire stop. Achteraf was dit duur tijdverlies. De rit gaat verder richting Cote de Beffe, 1,4 km, 10.3%. op 147 km. Bij deze beklimming worden de reserves aangesproken en geld als de laatste zware beklimming. Hierna volgen nog vier beklimmingen waar je flink stuk op kan gaan. Na de laatste beklimming, Samrée, is het 9km in één afdaling naar La Roche met 58km op de teller. Bij de finish in La Roche is er een warm onthaal voor alle winnaars van deze dag. De tijdregistratie voor mij geeft 06:23:35 uur aan, bij 06:20:00 was het goud. Terug denkend aan mijn ketting en sanitaire stop denk ik……..Toch een goed gevoel met 27.3 gemiddeld op zo’n tocht. Toon heeft zich deze dag ten dienste gesteld van Martin (knechten). Martin wilde al die jaren voor zilver. Met een tijd van 07:08 is dit deze keer gelukt, proficiat! Toon heeft jaren goud gereden, door omstandigheden was er een andere sportbeleving deze dag (Hulde).Voor Arie was het de eerste keer, met een knappe tijd van 07:14 was er voor hem ook een zilveren plak.
Onder een blauwe hemel, na een droge dag, was het tijd voor een welverdiend biertje. Al met al een was het weer een enerverende dag en heelhuids binnen. Voor een ieder die een nieuwe uitdaging zoekt, denk dan eens aan deze tocht.
Zie:www.velomediane.com wij zijn er volgend jaar weer bij!
Met een sportieve groet,
Gino Hoogenboom
100 Cols Tocht (2e deel)
Verslag Cees Bakker (2e) deel 100 Cols Tocht, via Cycle Tours. (08-23 juli 2006)
De ultieme uitdaging... 4000 km over 106 cols en 67 côtes!
De Honderd Cols Tocht is de zwaarste tocht ter wereld. Het vierduizend kilometer lange parcours slingert zich over alle grote cols van Frankrijk. De tocht wordt individueel gereden en deelnemers mogen er zo lang over doen als ze willen. In het vijfentwintig jarig bestaan van de tocht schreven zich meer dan duizend fietsers in, waarvan ruim tweehonderd de tocht ook volbrachten.
Alle deelnemers, waaronder Nederlanders, Belgen, Fransen, Zwitsers, Amerikanen en Canadezen, zijn het er over eens dat er geen zwaardere, maar ook geen mooiere tocht bestaat dan de Honderd Cols Tocht. De route wordt elke 2 jaar gecontroleerd, zo nodig aangepast en is enkele keren ingrijpend gewijzigd, waarbij alternatieven worden gezocht voor drukke wegen. De tocht is ruim 4000 km lang, met 106 cols en 67 côtes en een totale denivellatie (klim-hoogtemeters) van 58.000 mtr. Ter vergelijking, Luik-Bastenaken-Luik kent een denivellatie van 3.000 mtr en de Tour de France van circa 20.000 mtr. Dus drie maal de Tour de France, qua hoogte!!
Sinds 2003 wordt deze tocht door Cycletours voor de 4e keer georganiseerd, telkens 1/3 van de totale tocht in 2 weken. Cycletours zorgt voor de reis, de overnachtingen - in tenten op campings - en de verzorging onderweg, zoals het eten en transport. Vorig jaar heb ik het 3e deel van de 1e cyclus gereden, met onder andere de Mont Ventoux en de alpenreuzen en nu heb ik de tocht vervolgd door de Jura (met o.a. de Grand Colombier), de Vogezen (met o.a. de Ballon d’Alsace en de Grand Ballon), Bourgongne/Beaujolais en het Centraal Massief (met o.a. de Puy Marie en de Croix de de l’Homme Mort). De groep bestond uit 10 fietsers, in leeftijd variërend van 28 t/m 66 jaar, 2 begeleid(st)ers en een transportbus. Wij waren met drie 55-plussers, Frans (58), Thijs (62) en ondergetekende (66). Verder twee twintigers, drie dertigers en twee veertigers.
De dagelijkse routine was ‘s morgens circa zeven uur opstaan, wassen, aankleden, gezamenlijk de huishoudelijke taken vervullen, zoals tafels dekken voor ontbijt en alles klaarzetten. Dan gezamenlijk ontbijten, gevolgd door afruimen, afwassen, eettent, tafels en banken inladen in de auto. Daarna tent afbreken, tassen inpakken en alles in de auto inladen en tussen 9 uur en half tien klaar voor de start. ‘s Middags en ‘s avonds het omgekeerde ritueel. De begeleiders, de vrouwelijke kok, Annelies en de chauffeur/technische man, Harry, laden de auto uit, alle bagage op een hoop en zetten de eettent, tafels en banken weer klaar. Bij aankomst op de camping was de eerste taak je bagage uitzoeken en je tent opzetten. De mensen die als eersten aankomen helpen met voorbereiden van de maaltijd, groenten snijden, tafels dekken enz. Het streven was om uiterlijk 8 uur gezamenlijk te eten. Na het avondmaal gezamenlijk afruimen, afwassen e.d. Douchen deed je, afhankelijk van je aankomsttijd, voor of na het eten. Tussen elf en twaalf uur gingen we meestal slapen.
8/9 juli:
Heenreis in bus. ‘s Middags 3 uur in Utrecht opgestapt, fiets in aanhanger en volgende morgen 7 uur - na een moeizame nacht met betrekking tot zittend proberen te slapen - in Sevrier (Lac d’Annecy, onder Annecy) op de camping, waar we verleden jaar gestopt zijn. Opgefrist, gegeten, omgekleed en om circa 09.30 uur gaan fietsen. Vandaag een korte rit van 95 km met 3 cols, waarvan een vrij zware en een hele zware (col de Grand Colombier), 3e volgens de zwaarte-index, na de Mont Ventoux en de col du Tourmalet, met een lengte van 18 km, 1765 hoogtemeters en een stijgingspercentage tot 15 %. Het weer was goed, de tocht verliep voorspoedig en circa 2000 hoogtemeters overwonnen.
10 juli:
We hebben vandaag 170 km gefietst in een prachtige omgeving met prima fietsweer, met een temperatuur boven 30 º C. De hele dag op en neer, met 2 cols en 2 côtes, middelzwaar en weer circa 2000 hoogtemeters overwonnen.
11 juli:
Deze dag 150 km gefietst in alweer een prachtige omgeving met prima fietsweer, ondanks de temperatuur van dik boven 30 º C. Ook vandaag weer de hele dag op en neer, met 1 col en 6 côtes, waarvan één middelzwaar en de rest vrij licht, met in totaal weer circa 2000 hoogtemeters. Op het eind van de dag pech, tegen vier uur op circa 15 km van de camping. Lekke band, ten gevolge van “slangenbeet” door steen. Nieuwe binnenband ingelegd, maar tijdens oppompen breekt het ventiel, ondanks tegendruk. Toch maar plakken, slecht plakkertje (geen race) wil, mede door de hitte, niet goed plakken. Na 1 km weer lek ten gevolge van losgelaten plakker. Collega fietser komt langs en leent mij een nieuw bandje, maar helaas met een te kort ventiel! Lukt niet, dus toch maar weer plakken, nu met raceplakkertje. Na 6 km weer lek, afloper, kennelijk toch nog een gaatje. Van een andere collega nieuwe band met lang ventiel en met een vertraging van dik een uur pas tegen 6 uur op de camping, shit!. Voor alle zekerheid een nieuwe binnenband en een nieuwe buitenband gemonteerd.
12 juli:
Vandaag de “Koninginnenrit” met 3 zware cols en een middelzware col, bij prima fietsweer. Eerst de Col du Ballon d’Alsace, gevolgd door de Col du Grand Ballon en de Collet du Linge en tenslotte de matig zware Col du Calvaire. Vandaag was een pittige dag, 150 km gefietst, met in totaal 10 cols, géén côtes en circa 3500 hoogtemeters. Het weer was weer goed, circa 30 º C en 2 onweersbuien net ontweken (wel natte wegen en een paar druppels). Al met al een fijne fietsdag in een prachtige omgeving.
13 juli:
Rustdag in Ste. Marie aux mines. Eerst 4 setjes fietskleding gewassen en te drogen op gehangen. Plaats bekeken, een bezoek gebracht aan een oude zilvermijn (interessant), in een eetcafé wat gegeten en gedronken en ’s middags naar de etappe van de Tour de France gekeken. Verder alles rustig aan met weer een onweersbui. ’s Avonds weer met z’n allen gegeten, zoals alle dagen.
14 juli:
Vandaag weer een heerlijke fietsdag door prachtige natuur. De hele dag op en neer met mooie vergezichten en allerlei dorpjes en stadjes in de dalen. Ook de meest noordelijke plaats van de 100 Cols Tocht gepasseerd. Saverne is het officiële start- en eindpunt. Van hier, na Jura en Vogezen, richting ZW, Bourgongne/Beaujolais en het Centraal Massief. Na circa 30 km van Saverne de camping voor de komende nacht opgezocht. In totaal deze dag 10 beklimmingen, 5 cols en 5 côtes, waarvan 4 middelzwaar (onder andere 5 km 8 % en 7 km 7 %) en de rest licht. Het aantal hoogtemeters blijft beperkt tot circa 1700 mtr.
15 juli:
Een nieuwe dag en het wordt misschien eentonig, maar weer een mooie tocht door een prachtige en afwisselende omgeving met bijvoorbeeld veel leuke smalle bosweggetjes (routes forestiere). Totaal 167 km gefietst door veel rustieke dorpjes en weer steeds op en neer met 9 beklimmingen, 4 cols en 5 côtes, waarvan één middelzwaar en de rest licht. Het was vandaag wel erg warm, tussen 30 en 35 º C. Het aantal hoogtemeters blijft ook vandaag beperkt tot naar schatting circa 2000 mtr. Het was de 6e etappe van deze reis en dus zijn we halverwege.
16 juli:
Mooie tocht door een golvend landschap met veel graan, afgewisseld met grasland en bossen, in het stroomgebied van de Saône (Haute- Saône). Geen zware etappe. 150 km, met 4 côtes en geen cols, maar wel erg warm, tot circa 35 º C. Naar schatting maximaal circa 1000 hoogtemeters.
17 juli:
Vandaag vergelijkbaar met gisteren, maar nu in de omgeving van met name Baune, ook uitgestrekte wijngaarden. In het hart van de mooie oude binnenstad van Baune met z’n allen (min één, Thijs is een beetje een buitenbeentje) op een terrasje wat gegeten en gedronken. Deze dag 150 km gefietst, met 2 cols, 1 côte en naar schatting weer maximaal circa 1000 hoogtemeters. Wel een keer finaal fout gereden ten gevolge van een verkeerde / onduidelijke routebeschrijving. Een extra uur kwijt en 12 km omgereden.
18 juli:
2e rustdag, nu ook voor de begeleiders, dus geen avondmaaltijd op de camping. Eerst weer 4 setjes fietskleding gewassen en te drogen gehangen. Daarna met 5 man een mooi kasteel in het dorp (Cormatin) met prachtige tuinen bezocht, gedurende circa 2 uur. Daarna met z’n vijven gaan lunchen en de touretappe op de camping op TV gezien. ’s Avonds weer met z’n allen (min één) in het dorp op een terras gegeten.
19 juli:
Vandaag circa 140 km gefietst, steeds klimmen en dalen, totaal 12 beklimmingen, 8 cols en 4 côtes, met in totaal circa 1400 hoogtemeters. In verband met de warmte (hittegolf en boven 35 º C) en op verzoek van het thuisfront, na afgelasting Nijmeegse 4-daagse, een beetje rustig aan gedaan. Een lange rustpauze van 1 ½ uur, in verband met de touretappe. Voor de verandering weer een mooie tocht door prachtig landschap. Wel pech, namelijk een spaak uit de flens van mijn voorwiel gebroken. Wiel eerst een beetje gericht en bij de pauze een wiel uit de begeleidersauto gestoken. Banden en velglint overgezet en rijden maar.
20 juli:
Deze dag een vrij korte etappe van bijna 120 km, met 3 beklimmingen, waarvan één zwaar (Col de Croix de de l’Homme Mort) en 2 matig. Een zeldzaam mooie tocht. Eerst na een afdaling van de camping circa 25 km redelijk vlak door de Loire-vallei en verder door bosrijke omgeving over leuke landweggetjes, met vrij lange klimmen en afdalingen, met 2 cols, 1 côte en naar schatting weer maximaal circa 1000 mtr. Het was wel weer warm, boven 30 º C.
21 juli:
Pittige etappe door alweer een heel mooi landschap, wat meer geaccidenteerd als de voorgaande dagen. Dit is puur genieten. Deze dag 145 km gefietst met 9 beklimmingen, 7 côtes, waarvan 3 middelzwaar en 2 cols, waarvan één zwaar (Col du Pas de Peyrol / Puy Marie), 13 km klimmen met zo’n 660 meter hoogteverschil, waarvan de laatste 3 km meer dan 10 %! De afdaling van 14 km naar de camping was geweldig, met schitterende vergezichten. In totaal deze dag circa 2400 hoogtemeters.
22 juli:
Na een hele nacht met onweer en regen werd het om 07.00 uur droog en verder een prima dag voor de12e en laatste etappe van circa 160 km, met weer de hele dag op en af. Totaal 8 beklimmingen, 1 col en 7 côtes, waarvan één middelzwaar en naar schatting weer circa 1000 hoogtemeters. Het was wel weer vrij warm, circa 30 º C. Om 17.30 uur op de camping 2 witbiertjes gedronken en daarna douchen, eten, natte tent uitgelegd, fiets in orde gemaakt voor de thuisreis en wiel gewisseld en om 20.00 uur naar de opstapplaats voor de bus. Voor twee deelnemers was dit de laatste reis van de drie en zij hebben dus de totale “100 Cols Tocht” volbracht. Zij ontvingen als herinnering een oorkonde en werden door iedereen van harte gefeliciteerd. Tegen half negen kwam de slaapbus met aanhanger. Dus fietsen en bagage inladen in een afgeladen bus (twee begeleiders konden niet meer mee) en wegwezen, om circa 10 uur. De stoel in slaapstand (iets achterover) en pitten maar (althans proberen).
23 juli:
Na een voorspoedige reis om half zeven klaar wakker, na een “hummelige” nacht. Ik kon mijn benen niet kwijt en m’n buurman snurkte soms. Bij een wegrestaurant wat ontbeten, terwijl de bus werd afgetankt. Om ongeveer 10 uur waren we in Breda en om half een in Utrecht, mijn bestemming. Overhevelen van bagage en fiets naar mijn auto (5 straten verder) en om twee uur was ik weer thuis bij mijn lief.
In totaal deze reis 1654 km van de officiële route afgelegd. In totaal ruim 1750 km, inclusief circa 100 km voor heen- en terugreizen naar diverse campings. Hierbij 37 cols en 45 côtes bedwongen, met in totaal ongeveer 22.000 hoogtemeters.
Cees Bakker.
Abdijentocht La trappe 21-5-2006
Zondag 21 Mei stond de z.g Abdijentocht op de touragenda. De weersverwachtingen waren niet bepaald optimaal te noemen. Om 07.00 uur, tijdstip van verzamelen, stonden wel geteld 4 enthousiaste molleden op de Kerkeplaat. Het regende een beetje en er leefde een sfeer van laten we lekker naar huis gaan. Maar ja, het zou volgens de voorspelingen in de loop van de ochtend droger en beter worden dus kom op en gaan.
Ik besloot, omdat Jan Pieter de chauffeur voor vandaag, met hem in de volgwagen te stappen. Dit mede omdat de bijrijder voor vandaag om medische redenen er niet bij was. Terwijl wij hiermee bezig waren belde Kees en Karel dat zij onderweg waren naar Tilburg. Tijdens het overladen van mijn spullen bemerkte ik dat er een plastiektas waarin mijn schoenen en helm zaten niet aan boord was. Moest dit nauw zo zijn dat ik besloot bij Jan Pieter in de wagen te stappen zodat overladen verplicht was! Stel je voor dat dit niet was gebeurd, had ik toch mooi in Tilburg zonder schoenen en helm gestaan. Jan Pieter bood aan om via mijn woonadres naar Tilburg af te rijzen zodat ik mijn schoenen en helm mee kon nemen. Dit aanbod afslaan zou dom zijn nietwaar. Oké zo gezegd zo gedaan en daar ging de karavaan.(volgwagen met 3 volgauto's) Richting stadspolders op de provinciale weg zagen Cris Ockeloen en Kees Baan de karavaan rijden en belde direct op. De mededeling was simpel en verwacht. Zo komen jullie niet in Tilburg volg ons maar". Maar goed een 15 minuten later dan verwacht waren we in Tilburg bij de start van de Abdijentocht. Nog vroeg genoeg want de start was officieel pas om 09.00 uur. Het was daar klaarblijkelijk al een geruime tijd droog want de straat was nagenoeg droog. Na omkleden en inschrijven waarbij wij een schoudertasje met inhoud gekregen hadden (sportdrank, liga en Raboboekje) vertrokken we om 08.45 uur. Om 09.30 uur begon de zon hier en daar zichtbaar te worden. Dit zou de hele tocht niet anders zijn. De tocht ging via prachtige natuurgebieden naar Axchel ( net over de Belgische grens) onder Valkenswaard. De rust was perfect. Redelijke goeie koffie en super lekker gebak (diverse soorten vlaaien). De terugweg was net zo mooi als de heenweg. Prachtige vennen met allerlei watervogels supergewoon, zo mooi. Bij de finish stond een stenenflesje Trappisten bier op ons te wachten dat werd aangeboden als herinnering.
Wat mij betreft en ook andere die ik hoorde gaan we het volgend jaar nog eens dunnetjes overdoen.
Rest mij nog een paar toerwetenswaardigheden mee te delen:
1e Geen spatje regen wel veel wind welke wisselend vanaf de linkerzijde of rechterzijde kwam.
2e Twee lekken banden.
3e De volgwagen heeft een deelnemer van dienst kunnen zijn, doordat deze zijn voorwiel tijdens het fietsen in
de trapper van zijn vriend liet belanden met als gevolg dat bijna de helft van zijn spaken het voor
gezien hielden. Het uitlenen van een voorwiel van ons kon deze zijn rit afmaken.
4e Een perfect georganiseerde tocht met dito verzorging.
5e Een tiental minuten over twee en 123km op de teller met een gemiddelde van 26.5km/uur waren we terug.
6e Er waren 16 Molleden waarvan 2 dames en drie mannen welke individueel de tocht aflegde.
Gerrit-J v/d Bogerd
Mijn eerste Buitenrit de Abdijentocht 21-5-2006.
Zes uur. De stem van een Belgische dame huppelt de slaapkamer binnen en begint te vertellen over de voordelen van gratis openbaar vervoer in Mechelen. Waarom staat die wekkerradio nou al weer weken op een Belgische zender? Een windvlaag met bijbehorend regengekletter op het zolderraam brengt me terug naar 21 mei 2006: de Abdijentocht. Ik sla het dekbed van me af en zet vlug de wekkerradio uit. Als ik zachtjes de slaapkamer verlaat hoor ik dat mijn vrouw zich omdraait en half wakker wordt. “Waar je zin in hebt met dit weer” lispelt ze en valt weer in diepe slaap, precies op een moment dat de regen wel heel nadrukkelijk tegen de ruiten klettert. Even (heel even maar!) overweeg ik om er “gewoon” weer naast te kruipen.
Als ik aankom op het parkeerterrein staan er welgeteld 4 wagens (inclusies de volgwagen) en 4 mensen onder één grote paraplu. Aangezien ik zelf ook met de auto ben, zijn logistieke problemen uitgesloten: gewoon inladen en rijden. Maar dan heeft Gerrit een verrassing: geen Abdijentocht zonder de ‘Stadspolderproloog’. Schoenen en helm vergeten, of we even langs zijn huis willen rijden. Enfin, alle auto’s naar Gerrit’s huis, waar fietsen en mensen over 3 auto’s worden verdeeld. Daarna plankgas (in de materiaalwagen betekent dit gezien de wind 100 km p.u.) richting Tilburg, waar de rest van het molpeloton ons opwacht. In totaal zijn we met 12 personen en is de regen opgehouden.
De tocht is zonder meer schitterend. Deels over Nederlandse, deels over Belgische bodem, trekt een keur aan landschappen voorbij: polderlandschap, bos, meertjes (met heel veel vogels) en een stuk heide. Afwisselender hadden ze het niet kunnen maken. Bovendien: hele stukken zijn autovrij en dat alles met een “bewolkt zonnetje”, geen spatje regen, en heel veel bomen om ons uit de wind te houden. Start, finish en pauze zijn in een Abdijenklooster (erg apart) en (heel toepasselijk) na afloop is er een fles trappistenbier als beloning. Het tempo mag –zeker na de pauze- stevig genoemd worden. Aangezien dit na een week of 3 weer mijn eerste tocht op “Molsnelheid” is (ik heb vanwege een knieblessure wat rustiger aan gedaan) was ik van tevoren erg benieuwd hoe het lijf zich zou houden. Het blijkt allemaal erg mee te vallen. Van de knie nauwelijks last (ook niet als de snelheid boven de 30 uitkomt) en de goede zorgen van Theo doen me goed: “niets forceren en probeer vooral uit de wind te blijven” is zijn advies, waarbij hij regelmatig de daad bij het woord voegt en voor mij aan de “goede” kant gaat rijden. Ook dat is fietsen bij de Mol!
Vlak voor de finish komt Gerrit naast me rijden en krijg ik een paar enorme schouderkloppen: leuk dat ik vandaag ben mee gegaan enne…..of ik handig ben met de computer?
“Gaat wel”
“Wel eens een pen gehad”
“Ja…maar eh….wat heeft dat met mijn computervaardigheid te maken”
“Wel eens De pen gehad”?
“Dé pen”???
“Ja, gewoon, een stukkie schrijven voor het clubblad”.
Eenmaal thuis voel ik wel dat ik de afgelopen weken op een lager pitje heb getraind. Een warm bad lijkt me dan ook hemels. Ik beloof vrouw en dochter na het bad de keuken in te duiken (mijn pasta-sausen worden hoog gewaardeerd door de dames) en laat het bad vollopen. Dan schiet dat flesje trappistenbier in mijn gedachten en daar krijg ik het niet meer uit! Tenslotte (met één been al in bad) besluit ik toch nog even de keuken in te schieten, waarna ik me met fles en glas in het warme water laat glijden. De combinatie bier en bad bevalt uitstekend, totdat ik uit het bad op sta: ik heb het gevoel dat ik mijn lichaamsgewicht aan lood in mijn bovenbenen heb zitten! Op weg naar de kledingkast kom ik mijn bed tegen en ik kan de verleiding van die nieuwe dekbedhoezen (lekker zacht!) niet weerstaan: ik moet er even op gaan liggen…………………………
en voor ik het weet droom ik dat ik door een bos fiets. Er komen allemaal vogels uit de bomen die in mijn haar pikken. Hoe kan dat nou, denk ik nog, ik heb toch een helm op………..……..
langzaam wordt ik wakker, een vage geur van pastasaus in mijn neus, de hand van mijn dochter die me door mijn haar streelt. Shit, ik had beloofd te koken!!! Ik kijk mijn dochter aan en ik zie een twinkeling in haar ogen: “Mamma vraagt of deze supermol komt eten”? Ze schiet in de lach en ik weet: het ‘niet-koken’ is me vergeven!!
Ardwil Goedegebuur
Waarover? Deel 3
Komt er nog een eind aan dit verhaal ???
Onze vakantie begon het laatste weekend van juli 2005. Nu jullie dit lezen is het inmiddels 2006 en is het nieuwe fietsseizoen alweer begonnen. Zo lijkt het wel of onze vakantie eindeloos was, terwijl het in werkelijkheid toch echt maar twee weken was. Het lijkt dus wel of er geen einde aan komt. Waar ook geen einde aan leek te komen was de regen die maar bleef vallen in Sarnano. De hele nacht bleef het stortregenen. Wij als onervaren kampeerders vreesden dat onze bagage nat zou worden of dat het water de tent in zou komen. Hadden we nu toch maar de drie persoonstent dan hadden we in elk geval onze bagage binnen kunnen zetten in plaats van alleen maar onder het luivel. De volgende ochtend hoorde we dat vele ervaren kampeerders water in hun tent hadden gekregen. Sommige hadden zelfs de nacht in de vrachtwagen van de organisatie doorgebracht omdat er te veel water in hun tent stond of omdat ze door de regen simpelweg hun tent niet hadden kunnen opzetten.
Rondrit vanuit Sarnano.
De volgende ochtend scheen gelukkig de zon weer. In Sarnano had je de keuze of je kon een dag daar blijven en uitrusten een beetje rond kijken in het bergstadje of je kon een rondrit maken. Nu hadden we voor de start van onze vakantie al gehoord dat dit de mooiste rit zou zijn en bovendien vonden we dat we eigenlijk nog niet zoveel gefietst hadden. De keuze was dus simpel we gingen de rondrit maken. Inderdaad bleek dit de mooiste rit van allemaal te zijn. De tocht was slecht 55km lang dus we konden het rustig aan doen. Het grootste gedeelte was echter wel berg op. We zagen ’s ochtends de berg al liggen die we zouden beklimmen. We zouden helemaal om de berg heen klimmen dus het dal waar we door heen zouden rijden was in eerste instantie niet te zien. Van Saranno ging het eerst naar beneden naar een breed vlak dal. Vervolgens door een vlakte en toen rechtsaf en dat waren de laatste kilometers vlak van af dat moment zou er alleen nog maar geklommen worden en de laatste 11 kilometer gedaald. De klim lag mooi slingerend door een dal langs de richels van de berg. Het was aangenaam warm om te klimmen door de regen van de nacht ervoor zat er genoeg zuurstof in de lucht. Wat wilde we nog meer?? We reden nog door de bossen met om ons heen steile afgronden en mooie rotspartijen. De klim begon wel al steeds een beetje zwaarder te worden. Je kon de weg steeds aan de andere kant van het dal waar we door reden zien liggen. Op die manier kon je ook gelijk zien hoeveel meter je omhoog moest in zeer korte tijd. Volgens de route moesten we op een gegeven moment uitkomen bij een stuwmeer. Nu rijden we tijdens de vakantie beide zonder een kilometer teller, met andere woorden geen idee hoe hard we fietsen of hoeveel kilometer we al afgelegd hadden. We dachten echter dat het meer nu wel eens moest komen. De weg bleef echter omhoog gaan, slingerde van het ene kleine dal naar het ander, telkens weer een scherpe bocht maar om de hoek van de bocht nog steeds geen stuwmeer. Opeens begonnen we meer tegenwind te krijgen en ja hoor daar was het stuwmeer. Schitterend blauwgroen in het heldere zonlicht. Zo fel gekleurd dat je er bijna niet naar kon kijken zeker niet zonder zonnebril. We zijn even gestopt en een stukje de muur van het stuwmeer opgelopen om wat foto’s te maken. Daarna weer terug naar de fietsen en eens op de route en de kaart kijken waar we zouden gaan eten. Bij dit meer zou toch wel ene dorpje zijn? Als gezegd er stond veel wind bij het meer dus ook al ging het af en toe wat naar beneden het was toch flink trappen. Aan het andere eind van het stuwmeer lag een dorpje met een paar restaurants en een camping. We besloten een klein restaurant uit te proberen en natuurlijk werd het in plaats van de geplande maaltijd een enorm grote maaltijd. We starten met verse pasta pesto en als hoofdgerecht een stoofschotel van everzwijn en ik kan me het toetje niet meer herinneren maar het was vast veel en goed. Het bleek dat de eigenaar van het restaurant een meester jager en truffel zoeker was. Binnen in het restaurant hing het vol met trofeeën en foto’s. Veel veel veel later besloten we hoewel het niet een lange rit was het toch wel tijd werd dat we weer op de fiets zouden gaan aangezien we nog een flink stuk moesten klimmen. Het echte steile deel van de klim begon na het dorp. Klimmen met een volle maag is toch knap lastig. We reden weg van het meer en zagen mooie steile afgronden naast ons. Het dal kwam al snel ver onder ons te liggen. Ook al was de lucht nog heerlijk fris van de regen de nacht ervoor, toch kregen we het al snel tamelijk warm door de inspanningen. Gelukkig was het dal waar we doorheen reden zo mooi dat we wel een paar keer moesten stoppen voor een Kodak moment. Het volgende dorp zou vast wel een bar hebben voor nog een korte middag pauze dus toen we het bord met de plaatsnaam zagen waren we blij dat we er al waren. Tenminste…. dat dachten we maar naar het eerste huis reden we weer rustig verder omhoog en kwam er helemaal geen dorp. Kwam er dan helemaal geen eind aan deze klim. Nog verder omhoog en inmiddels toch wel het steilste stuk van de hele vakantie en nog steeds geen huizen en zeker geen kerk (lees, een bar want bij een kerk hoort een bar). Na nog veel zwoegen en ploeteren en klimmen kwamen we dan toch eindelijk in de bewoonde wereld en ja er was een kerk en ja inderdaad bij de kerk was een bar.
Op het plein bij de kerk hadden zich wat Italianen verzameld die naar onze fietsen stonden te kijken. We reden deze dag met nog iemand van onze vakantie groep en die was een gesprek in gebrekkig Italiaans met handen en voeten (is er een ander soort Italiaans?) met de locale mensen. Ze vertelden hem dat het steilste stuk nog moest komen met een stuk of 12 haarspeldbochten en dat het dan langzaam verder naar boven zou gaan waarna je super snel zou afdalen naar de camping. Dat die afdaling snel zou zij hadden we zelf ook al berekenend want hij was maar 11 kilometer terwijl we toch zeker 30 km hadden geklommen die dag. We namen nog een succo di frutta (of 2 of 3 ) in de bar. Daarna weer op de fiets en zodra we het dorpje uitreden begrepen we wat ze bedoelde met het steilste stuk moest nog komen. Het lichtste verzet op en continu druk op de pendalen anders zouden we achteruit gaan. Opstaan om even aan te zetten is op een hybride so wie so erg lastig maar het was nu gewoon te steil en stoppen zat er ook niet in want dan zou je zeker niet meer op gang komen. En daar was dan de eerste haarspeldbocht van de in totaal 11 of waren het er nu 12 of 13. Ik weet het niet meer de 1 na de ander er leek geen einde aan te komen. Het uitzicht bleef waanzinnig mooi en als je naar beneden keek kon je zien waarom het zoveel moeite kostte want de eerste haarspeldbochten lagen mijlenver onder ons. (Inmiddels moet het bekend zijn waar je foto’s kun zien http://uk.photos.yahoo.com/ampverj.) Eindelijk eindelijk kwam er een einde aan de haarspeldbochten. We zaten tussen twee bergtoppen in en over de vlakte die daar lag heen kon je in de verte de zee zien liggen. Wat kan ik zeggen behalve dan weer het was mooi. Maar eigenlijk moet je het met je eigen ogen gezien hebben om het te begrijpen. Er stond wel veel wind dus we besloten niet te lang te genieten van het uitzicht en verder richting de afdaling te gaan. Dat viel nog even een beetje tegen want we moesten nog ene behoorlijk eind omhoog maar zo veel minder steil dan de voorgaande stukken dat het wel leek of we omhoog vlogen. Inmiddels was het laat in de middag en begon de zon al te zakken tussen de bergen wat enorm mooie licht en kleur effecten gaf. Dan toch nog maar even snel stoppen voor een foto en door naar de top. Steen koud was het daar dus snel dikke jas aan en afdalen. De afdaling lag aan de schaduwkant van de berg en na een hele dag klimmen in de zon was afdalen in de schaduw een grote omschakeling. Zoals verwacht was de afdaling zeer steil. Het uitzicht was waanzinnig je kon de hele provincie van de Marche overzien. Alle heuvels dorpjes landerijen. Het zicht was super mooi door de regen van de vorige dag en de heldere zon die nog net over de berg kwam (maar helaas dus niet op de weg meer scheen). De afdaling liep goed dus al snel hadden we een zeer hoge snelheid (een hybride met gevulde tassen is toch een stuk minder stabiel dan een racefiets). Hoe leuk we afdalen op volle snelheid ook vinden, we zijn toch 2 maal gestopt om een foto te maken van het uitzicht. Bij de tweede keer stoppen waren we al door en door koud. We besloten dus om snel door te gaan naar de camping. En snel ging het, zo snel, dat we de afrit van de camping mistten. Nadat we aangekomen waren op de camping hebben we verslag gedaan van onze fantastische fietsdag aan degene die hadden besloten een rustdag te nemen. Niet te lang echter want de temperatuur daalde nog steeds en we waren echt halfbevroren (nee niet letterlijk) uit de afdaling gekomen. Op naar de warme douche….. Helaas helaas het warme water was op. Dus met steen koud water moesten we ons afwassen. Nog kouder als voor onze wasbeurt kwamen we weer terug bij de groep. We zouden die avond voor de verandering met hen mee-eten. Nu at de groep altijd buiten onder een luivel. Met andere woorden lekker buiten in de frisse lucht. Naarmate de avond vorderde zakte de temperatuur steeds verder. We zaten dan wel niet op zeeniveau maar ook weer niet zo hoog dat je vrieskou verwacht in augustus. Na het eten niet te lang meer buiten blijven zitten maar snel de tent in. Alles wat maar enigszins warmte kon geven bovenop ons gelegd, maar de kou bleef.
Rit naar de markt en Het Balkon.
Na half bevroren te zijn tijdens de nacht waren we blij dat we de volgende dag weer op de fiets konden stappen en ons een goed warm konden rijden. Dit was de 70 kilometer lange rit naar Cingoli. De zon scheen weer heerlijk en we waren dus na een half uurtje stevig doorfietsen toch weer aardig warm. Op de laatste camping hadden we gelezen dat in Tolentino een grote markt zou zijn, dat betekende dus dat het een dag van stevig shoppen zou worden. Eerst zouden we echter richting San Ginesio rijden. Ik citeer een stukje van de route beschrijving “ San Ginesio. Zie de route langs de stad te vinden die later op de SP126 uitkomt. Op de routebeschrijving ga je terug dus omdraaien en terug rijden.” Volkomen logisch dachten we. San Ginesio bleek een heel charmant plaatsje te zijn met een prachtig plein in het midden en een zeer bijzondere toegangspoort. We zijn echter niet zo heel erg lang gebleven omdat we naar Tolentino wilden. Wel even wat gedronken bij de bar en nog een heerlijk zoet broodje op. We hadden echter al wat tijd verloren omdat de route niet helemaal klopte en we dus met z’n alle een flink eind omgereden hadden. Dus terug op de route en de weg weer zien te vinden. Wat volgde was een schitterende afdaling. De weg was redelijk goed en er was bijna geen verkeer. Je kon het brede dal goed overzien dus niet hield ons tegen om in volle vaart naar beneden te gaan. De weg naar Tolentino bleek nog redelijk lang. We reden over een heuvelrug met om ons heen veel boerderijen en veel groen. Het begon al redelijk laat te worden om nog op tijd op de markt te zijn dus we hielden de vaart erin. Het laatste stukje naar Tolentino was weer steil bergaf over een brede maar erg drukke weg. Beneden kwam je in een smal dal, daar moesten we een middeleeuwse brug over, erg smal en met grote Romeinse stenen geplaveid. Direct achter deze brug lag de stad en nu maar op zoek naar de markt. Het was een redelijk grote stad dus dat zou nog wel even zoeken kunnen worden. Waar kwam de stroom met mensen met plastic zakjes vandaan? Want die kwamen natuurlijk van de markt. Met een slingerweg naar boven gereden en ja daar was dan eindelijk de markt. We wilden onze fietsen aan de kant van de weg zetten maar een vriendelijke agente wees ons op een fietsenstalling. Fietsen op slot en snel kijken of er nog veel marktkramen stonden. Veel kramen waren inderdaad al aan het inpakken maar gelukkig stonden er nog genoeg om nog “het een en ander te kopen”. Na een half uurtje rondlopen hadden we beide wel genoeg gekocht we moesten het ten slotte ook weer mee nemen op de fiets. Tijd voor de lunch, al snel hadden we een leuk restaurant gevonden waar we heerlijk verse pasta pesto aten. Vervolgens weer we met al onze tassen op zoek naar de fiets en werd het een kwartiertje passen en meten om alle nieuwe aankopen mee te kunnen nemen. Gelukkig slaagden we daar in en hoefden we niets achter te laten. Als gezegd lag Tolentino beneden in een dal.
Met volle tassen en een volle maag midden op de dag terwijl het dus het heetst was moesten we gaan klimmen. Dat viel even tegen! Halverwege de klim maar een korte pauze ingelast. Even iets drinken en op adem komen en dan verder. Het volgende stadje dat we tegen zouden komen moest San Severino Marche zijn. We hadden al gelezen dat dit1 van de mooiere plaatsjes uit de omgeving moest zijn dus de beslissing om daar een barretje te pakken was snel genomen. De route voerde ons door de buitenwijken van de stad. Het kostte ons even om het echte centrum van de stad te vinden. Hoewel het zekere een mooi plaatsje is vonden we het toch een beetje tegenvallen. Wel een mooi groot langwerpig plein met een schitterende klokkentoren maar verder zeker niet mooier dan de andere plaatsjes die we ondertussen gezien hadden. De limonade bij de bar smaakte er niet minder om. Op voor de laatste 25 km van die dag. De eindbestemming was Cingoli. Dit plaatsje heeft de bijnaam Het Balkon van de Marken. Vanaf Cingoli zou je de hele Marche moeten kunnen overzien en met helder weer, zo was ons verteld moest je tot aan Kroatië kunnen kijken. We waren benieuwd. Vanuit San Severino Marche reden we eerst over een smalle binnenweg, omringt door bomen dus vrijwel geen uitzicht. We kwamen door kleine boerendorpjes maar zegen niet veel mensen behalve 1 herder die net zijn kudde geiten de weg over liet steken. Dit was behoorlijk wat op onthoud maar wel leuk. Een grote kudde met zeker wel tien honden die door het achterland trokken. Toen alle geiten aan de overkant waren zijn we weer op de fiets gestapt. Dit laatste stuk was behoorlijk lastig want er was geen meter vlak. Aan het einde van de smalle binnenweg kwamen we weer op 1 van de wat grotere doorgaande wegen. Achter ons hadden we een schitterend zicht op het natuur gebied Gan Sasso en voor ons lag het laatste opstakel van deze dag. Een klim van nog zo’n 15km niet erg steil maar toch continu klimmen. Het uitzicht tijdens de klim werd al steeds weidser. Bovenaan moesten we door en tunnel en aan de andere kant kwamen we in een bos terecht. We zagen de weg dwars door het bos lopen voor ons en wisten dat aan het einde dan toch eindelijk Cingoli moest liggen. De stad lag op de volgende heuvel. Even nog een stukje naar beneden en dan zouden we aan de rand van de stad zijn. De besloten direct de stad in te rijden en rond te kijken ook al was het al redelijk laat. We wisten niet zeker hoe ver naar beneden de camping lag. Tot nu toe waren de meeste campings te ver van de steden om ’s avonds nog terug te gaan. We klommen dus weer naar boven naar il balcone. Het balkon lag aan de rond we die om de heuvel heen liep buiten de stadsmuren. Het uitzicht was adembenemend. Je kunt inderdaad de hele Marche overzien. De hele kustlijn, alle heuvels, dorpjes en steden. De zon ging onder en de kleuren waren dan ook waanzinnig mooi. Er konden nog best wat foto’s bij de fotocollectie van dit jaar en dus nog maar een rolletje volgeschoten. Vervolgens toch door de stadspoorten gegaan en daar wat rondgefietst. Het was een leuk stadje en het zag er naar uit dat de inwoners iets georganiseerd zou worden. We besloten dus de camping op te zoeken en later terug te zien komen. Gelukkig was de camping niet erg ver weg. Snel tent opgezet en ons gewassen. Ook van onze camping had je een mooi uitzicht. Nu zagen we ook voor het eerst Kroatië liggen. Toch maar we op de fiets gestapt (we kunnen er maar geen genoeg van krijgen) en terug gereden naar de stad. Er was die avond markt in de stad, dit maakte het onmogelijk om in de stad te fietsen dus met de fiets aan de hand de stad doorgelopen. Nog wat leuke dingentjes opgepikt op de markt en toen op zoek naar een restaurant. Dit bleek nog niet mee te vallen. We waren al drie keer rond gereden en hadden nog niets gevonden. We besloten buiten de stadsmuren te gaan zoeken en daar vonden we al snel wat. Het restaurant zat in de stadsmuur en was bijzonder sfeervol ingericht. Een zeer excentrieke kok liep rond in het restaurant om de mensen aan te raden wat ze zouden moeten eten. Heerlijke parpadelle alla pappavera gegeten en ongetwijfeld hebben we ook nog een toetje op maar ik weet niet meer wat. Het was ondertussen erg donker buiten en behoorlijk afgekoeld dus snel terug naar de camping. Onderweg nog wel even stil gestaand om het uitzicht bij nacht te bewonderen. Duizenden lichtjes glinsterden beneden ons tot aan de horizon. Bijzonder fraai.
De Koninginnenrit. (op papier)
De voorlaatste rit zou de koninginnenrit zijn werd ons verteld. De tocht was 90 kilometer met eind bestemming Gubbio en onderweg zouden er 3 zware beklimmingen liggen. Vanuit de camping in Cingoli gingen we eerste een heel eind naar beneden. Een mooie brede asfalt weg waar je enorm veel snelheid kon maken. Er was die ochtend niemand op de weg dus niets hield ons tegen om met topsnelheid (voor een hybridenfiets) naar beneden te zoeven. We kwamen uit langs een stuwmeer. Het was die ochtend bewolkt en het zag ernaar uit dat het zou gaan regen. De omgeving van dit stuwmeer was ook niet echt mooi dus we zaten eigenlijk een beetje te balen op de fiets (of kwam dat nu doordat we onze eerste koffie nog niet gehad hadden). Na de lastige klim het dal van het stuwmeer uit kwamen we in Apiro. We moesten nog water hebben voor die dag dus we stopte bij een winkeltje wat tegelijkertijd de plaatselijke bar bleek te zijn. Nog wat cake, koeken en fruit voor onderweg ingeslagen en toen weer op pad. Het was nog steeds grauw en grijs buiten en van tijd tot tijd viel er wat water uit de lucht. Het volgende stuk voerde door licht glooiend landbouw gebied. De volgende klim leek bijzonder vlak tussen moestuintjes op de heuvel, maar het bleek toch behoorlijk steil. Bovenaan lag een piep klein dorpje met een burcht Domo. Midden op de weg / in het dorp stond een tafel en aan die tafel zaten de mannen van het dorp te kaarten. Een bijzonder leuk gezicht. We zijn even aangeschoven voor de cappuccino en hebben nog een rondje langs de burg gelopen voordat we weer verder gingen. Er volgde een korte afdaling maar de weg was redelijk smal en niet zo goed dus geen topsnelheid dit keer. Volgens de routebeschrijving zou er een klim volgen met een zeer slecht wegdek, veel grint en veel kuilen. Wat er echter lag was een zojuist geasfalteerde mooie kronkelweg het volgende dal in. Dit dal was redelijk smal met vele hoge bomen en grijze rotswanden. Er lagen een aantal forten op de toppen van de heuvels, opgetrokken uit het grijze gesteente uit de omliggende heuvels, samen met het grauwe grijze weer van die dag hing er een heel aparte sfeer in dit dal. De klim liep goed maar er was er veel tegenwind en het duurde wel heel lang voordat er een einde kwam aan de weg door het mysterieuze dal. Eindelijk konden we dan afslaan en we hoopte op een stukje vlakke weg maar het mocht niet zo zijn. Het volgende stuk was nog steiler. Aangezien ik al de hele klim honger had gehad en voor de helft van deze etappe al door mijn volledige dag voorraad heen was, kwam het heel goed uit dat er langs deze weg een supermarktje lag. Snel naar binnen wat cakejes, koekjes, fruit en yoghurt gekocht. Die waren allemaal in 1 keer op, nou ja bijna dan de dag was nog lang dus we moesten nog wel iets overhouden. Verder met de klim dan maar nog steeds met tegenwind. Als je soms mocht denken dat wind typisch is voor de Nederlandse polders, dan kan je vertellen dat het in de Marche ook flink kan stormen. Bijna de hele vakantie hebben we een stevige wind tegen gehad en op het moment dat het erg warm is, dan is dat best aangenaam maar voor de rest is het voornamelijk hinderlijk in de klim. Gelukkig was wel inmiddels de zon gaan schijnen. Nog wat haarspeldbochten en toen 1 lange rechte we naar de top. Boven was een mooi plateau dat hele maal was ingericht voor recreatie, overal speelweides, picknickplaats en wandelroutes. Er was een mooi hotel/restaurant boven maar het was binnen nogal koud dus we wilden eigenlijk buiten eten. Na enig overleg mochten we dan buiten eten maar dan moesten we wel zelf ons eten komen halen. Dat was simpel zat en zo zaten we even later aan een heerlijke pasta buiten in de zon. En op zijn Hollands zullen we dan maar zeggen, ook nog lekker goedkoop want we hoefden geen “servizio” te betalen omdat we de bediening zelf gedaan hadden.
Na de lunch de afdaling aangezien we bijna de hele ochtend geklommen hadden moesten we nu toch wel een heel eind naar beneden. Dit bleek ook het geval. Een weids uitzicht maar daar hebben we niet veel van gezien want wederom een schitterende afdaling. Goed wegdek, mooi overzichtelijke bochten afgewisseld met schitterende haarspeldbochten waarvoor je volop in de remmen moesten zo 10 kilometer af naar beneden. Eigenlijk is het vooral jammer dat er geen echte afdalingen zijn in Nederland. De klimmen zouden we er wel bij kunnen denken. Onderaan de klim lag de stad Fabbriano heelaas reden we alleen door het industrie gebied en helaas was dat zo’n 15 kilometers en hoewel het volledig vlak was, was het ook super saai en continu volop wind tegen. Aan de rand van de stad nog even een barretje gepakt en toen we daar binnen zaten begon het net te regenen. Goed getimed! Na de korte pauze was het gelukkig al weer door. Net buiten de stad ging de weg al weer omhoog en begon de zon weer te schijnen. Twee kilometer verder zou de volgende klim beginnen maar die 2 kilometer naar de klim toe waren steiler dan de klim zelf. Ook voor deze weg werd er gewaarschuwd dat het wegdek slecht zou zijn. Dit keer bleek dit wel te kloppen. De weg bestond voor grote delen uit enorme keien, het leek wel een oude Romeinse weg. Daar tussen stukken asfalt die het niet hielden op de keien ondergrond dus daar leg je dan weer een stukje asfalt over heen en er weer over en en… Het was wel een mooi gezicht maar vergde ook wel enorm concentratie in de klim om niet zoek te raken in de kuilen. De afdaling was nog lastiger of beter gezegd levensgevaarlijk met alle kuilen en brokken steen. Gelukkig kwamen we heelhuids beneden, waar we een stuk over de snelweg moesten. Of tenminste zo leek het zo druk was het, enorm vrachtwagen snelden langs ons heen. Gelukkig konden we deze weg al snel verlaten en via een rustige parallelweg kwamen we in het volgende dorpje, waar we (aangezien ik nog steeds honger had) toch nog maar wat eten ingeslagen hebben. De laatste 20 kilometers waren redelijk vlak, de helft was een slingerende weg langs boerderijen, akkervelden en zonnebloempartijen. De andere helft was helaas iets minder fraai, dit was langs een zeer drukke weg waar je voor de veiligheid echt achter elkaar moest rijden. Nog een paar laatste kilometers over een bijna onverharde weg en daar was dan eindelijk de camping. De camping was een enorm groot vlak grasveld met bijna geen andere gasten. De zon scheen nog lekker en voor het eerst konden we dan ook ’s avonds nog even op ons gemak buiten zitten bij de tent. Een lange dag met zeker behoorlijk wat klimwerk een zeker niet een makkelijke tocht, maar om nu te zeggen de koninginnenrit nee dat vonden we toch niet. Op de kaart hadden we intussen gezien dat er een mooiere route mogelijk was met meer klimwerk. De camping lag te ver van Gubbio om die avond nog de stad in te gaan. Dus we aten een simpele maaltijd op de camping en we zijn naar het dorpje, waar de camping lag, gelopen. In de bar nog een bakkie gedaan heerlijk buiten op het terras, maar helaas begon het toen te regen. Dus wij naar binnen en nog maar een ijsje genomen. We hadden tenslotte nog geen toetje gehad. Volgens de locale bevolking zou het zo weer droog worden. No even gewacht en inderdaad werd het al snel weer droog. De koffie bleek van het huis/ de bar dus alleen het ijsje afgerekend en daarna weer in het stikdonker over het boerenlandweggetje weer terug naar de camping.
De Slotrit.
Na de laatste dag rusten, shoppen, eten en de toerist uitgehangen te hebben in een kabelbaan te Gubbio was het tijd geworden voor de laatste fietsrit en die ons weer terug zou brengen naar het Trasimeno meer. Het had die nacht flink geregend en we hadden flink wat onweer gehad maar gelukkig was het die ochtend redelijk mooi weer. We gingen snel op pad en probeerde zoveel mogelijk van onze laatste dag fietsen te genieten. De eerste klim volgde al redelijk snel. In het begint verliep erg prettig, we gingen al zingend naar boven. Het berg / heuvel was in etage en met zeer brede bochten kwam je steeds een etage hoger. Op dit eerste deel van de klim werden we ingehaald door een Engels sprekend echtpaar. We trokken er ons niets van aan en zongen vrolijk verder. Even leek het dat de klim al snel weer voorbij zou zijn in een dorpje maar na dit dorp liep de klim nog veel verder door. Op dit gedeelte geen bochten meer en er waren ook steeds minder bomen dus hoe langer hoe meer voelde je dat er toch behoorlijk wat wind stond. We haalden het echtpaar weer in en klommen steeds verder naar de top. Boven kwam je uit op een plateau vanaf hier was de weg onverhard en liep naar beneden. Vele kilometers later lag er weer asfalt en hier begon pas de echte afdaling. Vele fietsers uit onze groep lagen zeker 10 tot 20 minuten op ons voor maar we haalden ze gemakkelijk in tijdens de afdaling. Zo zie je maar weer net als klimmen is ook afdalen niet voor iedereen weggelegd. Dertig kilometer gereden…tijd voor koffie natuurlijk. Het was warm genoeg om op het terras te zitten en aangezien het de laatste dag was zijn we ook lang blijven zitten. Uiteindelijk toch maar weer op de fiets gestapt dat was immers de bedoeling van de vakantie. Al snel nadat we op de fiets waren gestapt roken we een brandlucht. We reden een dal in waar alles redelijk recent verbrand was. Het is niet erg prettig om te fietsen terwijl je nauwelijks kun adem halen door de stank. Gelukkig sloegen we al snel af en begonnen we aan de volgende klim. Deze stond niet op de routebeschrijving… Maar goed we waren gekomen om te klimmen anders hadden we ook wel in Nederland kunnen blijven. Snel na deze onverwachte klim volgde de voorlaatste klim. Het was ondertussen bewolkt geworden en we hoorde het in de verte al donderen maar we besloten niet te stoppen in het dorpje aan de voet van de klim maar door te rijden naar de top waar een restaurant zou zijn. We waren nog niet halverwege de klim of er brak een verschrikkelijk onweer los. Er waren helaas geen plekken om te schuilen dus we moesten door klimmen in de regen. Het begon hoe langer hoe hard regenen en het onweer werd heviger dus niet echt veilig. Op dat moment zagen we een oprit met schuur waar een kleien luivel voor zat. Stoppen en schuilen maar!!! Er waren echter nog meer mensen op het idee gekomen om daar te schuilen dus het was nogal krap. Na enige tijd leek het weer een beetje beter te worden en we wisten dat we vlak onder de top zaten dus we besloten door te rijden naar het restaurant. Helaas barstte het noodweer op dat moment weer in alle hevigheid los. Door de regen kun je bijna geen hand voor ogen zien. Het water kwam in grote stromen de berg af. Niet bepaald een ideale manier om te klimmen. Gelukkig zagen we als snel het restaurant. Het zat echter niet mee want de tent was gesloten. Daar stonden we dan in de stromende regen en we konden niet naar binnen. Het restaurant had een overdekt terras maar dat was volledig afgezet. We zijn er toch maar op gegaan en hebben de stoelen uitgehaald zodat we rustig konden zitten.
De rest van de groep wilde al snel verder terwijl het nog regende. Wij hadden echter totaal geen haast. Het was de laatste dag en we wisten al dat de laatste camping (zelfde als de eerste) niet echt gezellig was, bovendien hadden we het stadje al bekeken. We besloten dus om te blijven wachten tot het echt droog was en onze kleding ook niet meer doorweekt was. Gelukkig werd het al snel droog en konen ook wij weer verder. Door de zon die doorkwam werd het al snel erg warm en begon het vocht op de wegen te verdampen. We reden hierdoor kilometers door de mist. We hadden eerst een klein stukje afdaling. Op dat stukje werden we aangevallen door een hele hoorde dikke vette zwarte vliegen. Gelukkig waren die vliegen weer weg toen het laatste stukje klim kwam. Dit was het laatste stukje echte klimwerk en het loog er niet om. Het was zo steil dat je echt continu moest blijven trappen anders zou je van je fiets afvallen. Maar ook dit hebben we overleefd. Nog een klein stukje golvende terrein en dan de afdaling naar het meer. Nog 1 keer genieten van een echte afdaling. De weg voerde ons tussen pijnbomen, olijfgaarden en typisch Italiaanse dorpjes met op de achtergrond steeds het zicht op het Trasimeno meer met zijn eilanden. Er zijn werkelijk slechtere manieren om vakantie te vieren. Veel te snel was de afdaling afgelopen en konden we alleen nog maar langs het meer naar de camping rijden. Dat is natuurlijk geen manier om je vakantie af te sluiten. In Passignano dus nog maar even gestopt om een heerlijk Italiaans ijsje te eten. Daarna was het toch echt tijd om naar de camping te gaan. We moesten immers die nacht nog immers nog in onze tent slapen en die moest dus nog opgezet worden. We aten die avond mee met de groep dus geen haast om een restaurant te vinden. Wel moesten we nog even een lift naar het station regelen. Gelukkig wilde onze reisbegeleider ons wel even afzetten. Einde van de laatste fietsdag.
De Terugreis.
De volgende groep vakantiegangers was vroeg aangekomen de volgende ochtend. Onze reisbegeleider vroeg ons dus of we het niet erg vonden om eerder weg gebracht te worden. We hadden daar absoluut geen bezwaar tegen en zo zaten we ’s ochtends vroeg in Terontola op het stationsplein met al onze koffers. Erg gezellig tussen de locale bevolking die in de bar hun ochtend koffie kwam drinken en hun krantje kwam lezen. Ze keken ons wel vreemd aan terwijl we daar zaten met onze bagage midden op de straat. We hebben daar genoten van een paar koppen cappuccino en limonade en toen was het toch al weer tijd voor de trein. Dit keer gelukkig gewoon op tijd en de airco werkte gewoon. We konden nu dus op ons gemakt genieten van het schitterende landschap. Als de trein rijdt is het zeker een goede manier om Italië te bekijken. Voordat we het wisten waren we al in Rome. De trein gaat dwars door alle wijken van de stad en komt dan uiteindelijk aan bij vliegveld Fumicino.Daar hadden we na enig zoeken de goede hal gevonden en onze bagage gedumpt. Veel te vroeg dat wel dus ook hier werden we weer vreemd aangekeken (er gingen nog 2 vluchten eerder naar Amsterdam maar we hadden geen risico willen nemen). Zonder bagage… hoogste tijd om te shoppen JNee hoor niets gekocht alleen gekeken. We hebben nog wat gegeten en rondgehangen. Uiteindelijk was het tijd om het vliegtuig in te gaan. We zouden naar Milano vliegen en daarvandaan naar Amsterdam. We hadden genoeg tijd voor de overstap maar natuurlijk kreeg onze vlucht vertraging en uiteindelijk hebben we de vlucht vanuit Milano maar net gehaald. Helaas vertrok dat vliegtuig niet. We stonden daar alleen zonder enige informatie. Alleen een handvol dronken Hollandse voetbal fans. Welkom thuis! Na veel oponthoud, werden er nog mensen van andere vluchten op die onze vlucht gezet waren en toen het vliegtuig helemaal vol was mochten we eindelijk vertrekken. Iets later thuis dan gepland, maar toch nog altijd een dag eerder dan de mensen die met de bus naar huis waren gegaan.
Zo dat was dan toch eindelijk het einde van het vakantie verhaal. Tijd om een nieuwe vakantie te boeken!!!!!
Saluti Anne Marie