Dubbel Dordt 28-10-2012

De eerste nachtvorst heeft netjes gewacht tot de klok weer op wintertijd gezet werd.
De voorruit van de volgauto was ijsbekrabbaar, evenals de zijruiten en de achterruit. Dus stond ik mijn handen te verkouwelijken tijdens het ontdoen van genoemd kwaad, teneinde beter zicht onder de laag staande zon op de witte wereld te krijgen. Eén van de laatste MOL-ritten van dit seizoen en er stonden ruim veertig stevig ingepakte mollers aan de start.

Twas koud en ook gelukkig rustig in het stadse Dordt, daar waar een peleton grijs-rode rakkers over de kasseitjes door het oude centrum ratelde. Weer eens wat ander om op deze manier een rondje rond de kerk (van Dordt) te doen. Het had ontegenzeggelijk een bepaalde charme. De enkele automobilist die door ons kwartet verkeersregelaars al ogenwrijvend en met vebaasde blik even werd tegengehouden, zal bij thuiskomst vast wel een verhaal hebben gehad. Zoiets zie je niet zo vaak. In Dordt.
Om wat extra kilometers te maken had het de voorrijders behaagt om de Kiltunnel richting Hoeksewaard te nemen. Onderweg kwamen zij er achter dat de Hoeksewaard niet de favoriete omgeving is voor ons rijwielers en keerde na de bestijging van de tunnel onverhoeds weer retour naar het Eiland van Dordt. Een aantal onder ons had wellicht tevoren de routebeschrijving nauwkeurig bestudeerd en besloten alreeds bij het vertrek bij het clubhuis vóór de Kil-afzink een lekke band te veinzen, te klagen over het te grote verzet van een 35-jarig oude fiets of juist daar extra aandrang in de urineopslag te hebben.
Gelukkig waren zij op tijd om het terugstijgende peleton op te vangen om de route gezamelijk te vervolgen. Naar het clubhuis, om daar de rust te vieren. Met of zonder appelgebak, gebakken of ingekocht door onze Co.
Na een oorverdovend fluitsignaal werd voor het tweede gedeelte door de Alblasserwaard vertrokken, dit om de geplande 60 kilometer te vervolmaken. De wind sprak een aardig koud woordje mee, maar daar was alweder snel de oh zo bekende Baanhoekbrug. Voor de tweede keer deze dag, want ik verhaal over de terugweg. In de tijd tussen vertrek en tweede aankomst bij het clubhuis zat zo'n ruime twee uur. In temperatuur zeven graden.
Dus: echt ver en echt warm is het niet geweest voor het afbouwend Mol-peleton.
Volgende week: de Erwtensoeprit (nog korter, maar net zo leuk) en de  bekendmaking van de Supermol- en de Molkampioen. Komt dat zien, komt dat zien.
Douwe.

Pelikaan Herfstmolrit 30-9-2012

Voor alle zekerheid heb ik vrijdags nog even gecontroleerd op welk tijdstip wij zouden vertrekken, dit vanwege het feit dat de tochten nu op tochtjes beginnen te lijken. Mijn inschatting was niet verkeerd, want het vertrek stond gepland om negen uur. Je moet er toch niet aandenken dat je gewoon voor achten acte de présence geeft en dan voor een gesloten deur staat en de koffie van Co moet ontberen. Een gruwel als ik er aan denk.

Zwager Bart had vrijdags een actie en zou en zou geen acte de présence geven als hij niet voor één 's-nachts klaar zou zijn. Aldus geschiedde. Geen zwager Bart. In mijn up naar clubhuis De Mol gereden. Bij binnenkomst vond ik het verrassend druk. Jannes, als vertegenwoordiger van de Sliedrechtgroep, hield een inleidend praatje, waarna Dani nog wat huishoudelijke mededelingen had voor ons bezoek aan "zijn" bedrijf Pellikaan Verpakkingen.
Onder auspiciën van de Sliedrechtgroep zijn wij vertrokken, mede door het latere tijdstip, rijdend in een lekker zonnetje. De tocht zou vermoedelijk geen verrassingen brengen, omdat wij in de rook van het Dordtse zouden blijven fietsen. Ons eerste doel was Oud-Alblas, Alblasserdam, waarna Kinderdijk volgde. Ik reed samen op met Jan Hardenbol. Onderweg spraken wij onder meer over het gedrag van automobilisten. Wij reden over de Lekdijk om bij Nieuw Lekkerland te komen. Onderweg waren een aantal Mollers slachtoffer als gevolg van een lekke band, hadden de achter rijders ten minste ook wat te doen. Wij passeerden een paar plaatsen met graaf aan het eind en één met wijk. Wij naderden ons koffieadres met rasse trappen, toen het noodlot toesloeg. Een grote patserbak kwam aanrijden op een smalle weg. Zonder ook maar gas te minderen wilde deze patser onze groep passeren met het gevolg dat er door ons plotsklaps geremd diende te worden. Dit deed Jan Hardenbol ook, maar met het gevolg dat hij werd gelanceerd. Ik reed achter hem en zag zijn achterwiel omhoog komen met het gevolg dat Jan over het stuur ging op de grond viel. Jan was behoorlijk boos en hij liet een paar krachttermen de vrije ruimte in gaan, maar wat hij vervolgens deed, was een plié maken naar een dame, die in haar auto zat te wachten, en gebaarde dat zij door kon rijden, maar de rook kwam wel uit Jan zijn oren. Door de val had Jan zijn hand verwond, die heeft hij even later laten verzorgen door, naar ik aanneem, de bemanning van de volgauto. Een vervelend incident tijdens een tocht die tot dat moment juist zo goed verliep.
Bij Pellikaan Verpakkingen mochten wij onze fietsen in de hal van de opslagruimte parkeren. Binnen werden wij gastvrij ontvangen en kregen wij koffie met een koek in de vorm van een boomblad, een toepasselijk teken van de herfst. Na de pauze ben ik met de Snelle Groep meegereden. Dit keer een kleine groep, Harry, Eric, Ronald, Jonneke, Corné, Franco, Luca, Ton en "de man met een baardje van een paar dagen". (van de webmaster = Marc de Reus) In een sneltreinvaart reden wij richting Meerkerk. Op momenten dat wij de wind tegen hadden was het best pittig. Na Meerkerk ging het richting Hoornaar en Giessendam. In het begin werd er regelmatig twee om twee kop gereden en dit werd bij wind tegen afgewisseld door molentje te draaien. Onderweg werd een paar maal het tempo teruggeschroefd om weer een beetje op adem te komen, waarna wij vervolgens weer vol aan de bak moesten. Toen wij Sliedrecht binnenreden zijn wij richting jarige Ton Kleinen gekoerst om hem te feliciteren met zijn verjaardag. Hierna zijn wij huiswaarts gereden en onderweg ging een ieder zijns weegs.
Lekker gefietst, alleen jammer van het incident. Ik hoop dat de verwonding, die Jan opliep aan zijn hand voorspoedig herstelt.
Ad Doedijns

Kan je klimmen leren 22-9-2012

Zaterdag 22 september 2012: de afsluitende training.
Zoals de datumvermelding al aangeeft, geen training op de woensdag­avond en dan ook niet op de baan bij het clubgebouw. Nee, een heuse klim-clinic stond op het program. Dat gaat het worden, eindelijk zal ik leren klimmen!

In mijn gedachten zag ik mezelf al de Mont Ventoux bestijgen, in het bezit zijnde van alle mogelijk technische bagage. Eindelijk de kans om in het ver­volg niet amechtig de Brienenoordbrug boven te komen, maar als een hoentje zo fris al die andere klimgeiten (die ik in eerdere tijden “begroetend” met mijn jaloerse grimlach luchtig voorbij zag pedaleren) in het vervolg kon laten mer­ken dat ik het nu ook kon. Dankzij die klim-clinic. Dus was ik er als een trage kip bij om me aan te melden voor een dagje Pos­bank. Wetend dat er na een klim altijd een afdaling zou moeten volgen, dus was in ieder geval de helft van de dag zeer aan mij besteed.
De Posbank is genoemd naar het monument in de vorm van een halfronde stenen bank die aanwe­zig is op een markant uitzichtpunt. Deze bank is vernoemd naar de heer G.A. Pos, oud-voorzitter van de ANWB. De stenen bank is gebouwd door aannemer Gerrit Bennink (1869–1936) uit Rheden ter ere van het 25 jarige jubileum (7 mei 1893-1918) van de heer Pos als de tweede voorzitter van de ANWB. Echter voordat we ons verzamelden voor genoemd monument, waarvan ik een vaag vermoeden heb dat het merendeel van de aanwezigen dit over het hoofd heeft gezien, was er het natte vertrek vanuit Zwijndrecht (wederom in het holst van de morgen) met eerst de rit naar het clubhuis, alwaar al een aantal stond te wachten. Nerveus als iedereen toch was, werd door de één een bosje opgezocht en door de ander de sleutels van de auto….uh…. waar zijn nou toch de autosleutels. In de auto. Een auto waarvan de deuren auto­matisch op slot gaan, ook al heb je die sleutels op je stoel liggen. Rare gasten die Fordontwerpers. Dus even wachten op de terugkomst van de reservesleu­tels. En die pasten.
Op naar Arnhem, park Sonsbeek. Daar waar mijn grootouders hun vrijersvoeten hebben achtergelaten, daar waar mijn vader in het gras gezeten van de boze wereld geen kwaad wist.
  Wat een nostalgie en dan koffie met appelgebak in Villa Sonsbeek. Een pand dat in 1744 werd gebouwd voor Vrouwe Adriana van Bayen van Hendrina Jansen. Voor de meesten onbekend en dat laten we maar zo. Immers was het de bedoeling dat we na de traktatie op de fiets zouden stappen, de koude zouden trotseren en via een aangename route uiteindelijk op genoemde Pos­bank zouden arriveren. Echter niet voordat de jubileumpolo’s waren uitgereikt. Alweer een verrassing!


Het was droog en de zon kwam door. De warmte van de omlig­gende heidevelden (inmiddels wel uitgebloeid) maakte dat ook de 21 koppige rood-zwarte-Molbrigade op een aangename temperatuur kwam. Een echte warming-up dus. Op de Posbank gingen de meeste lange broeken daarom dan ook uit. Een enkeling –de onervarene zullen we maar zeggen- had de euvele moed om ook het jackje uit te trekken. Maar afdalen is koud, zeker als dat tussen niet-zon-doorlatend geboomte gaat. In een voor ons plattelandsrijders soms duizeling­wekkende snelheid.
Na een uitleg hoe het beste te dalen, ja duhu je gaat gewoon naar beneden… op de stoute wielen en met een denderende vaart de Pos­bank weer afgedaald. Die goeie helft had ik tenminste al te pakken. Nauwelijks inspanning, behalve het opvolgen van het advies van de trainer om het stuur niet bovenaan maar in de bocht vast te houden (ja Jetse het was toch een advies?). En dat kostte toch wel enige moeite, vooral als je bedenkt dat de meesten al honderd jaar met de handen op het stuur fietsen. Inderdaad je wordt in de geadviseerde houding wat kleiner en afhankelijk van de grootte van je handen, kan je wat sneller bij je remgrepen. Ik heb de houding toch ook af en toe bij de voor mij traditionele gehouden. Het was een advies.
Daarna het tweede deel, hetzelfde weer stuk naar boven. Zenuwachtig tuurde ik de omgeving af, op zoek naar de kabelbaan die ik in de Oostenrijkse bergen altijd feilloos weet te vinden. Echter niet op de Posbank. Je zou denken dat je na de afdaling wel zult weten hoe je je daarna naar boven begeeft. Ik kan je vertellen, daar is niks van waar. Het is zelfs volsla­gen onwaar. Klimmen is, behalve een beetje doortrappen, wat trekken aan en schoppen tegen je pedalen vooral parcourskennis. Pas als je de beklimming hebt volbracht weet je dat je in het begin te hard bent gestart, de lengte langer is en je de stijging aan het einde schromelijk hebt onderschat. Een beetje vilein werd me bij de 1e evaluatie, nadat ik uit was gehegen en mijn hartslag weder was gedaald naar normale proporties, gemeld dat dit dan een goede leer voor de tweede keer zou zijn. Ja zeg, nog een keer?  Ja zeker, nog een keer, maar dan een andere kant van de Posbank. En hup, weer naar beneden en uiteraard de zelfde weg weer omhoog. Nu wat minder snel gestart, maar mijn druistigheid won het van mijn ver­stand. Ik had wat beter opgelet bij de afdaling, maar dat mocht geen baat hebben. Omhoog is het gewoon anders. De bomen staan bijvoorbeeld aan de andere kant evenals de helling. En dat laatste doet het ‘m. En toch had ik het idee –door de adviezen of de mindere stijgingshoek- dat het beter ging.
En de tijd gaat snel als je plezier hebt dus werd een lunch genoten op het terras van het restaurant op de top van de Posbank (hoogte 90 meter boven NAP). Genietend van de rust daar ter plaatse, kwam er ineens een zwarte stoet aan dikke ronkende motoren voorbij. De weg is van iedereen, maar om van dat recht nu met zoveel kabaal gebruik te maken…de aandachtrekkers. Om de fietsen wat af te koelen viel er tijdens het vervolg van de lunch een zacht regenbuitje. Te weinig eigenlijk om daar enige drukte over te maken of te schrijven, maar vermeldenswaard is wel het aanbod om voor het luttele bedrag van 700 euro mijn regenjack over te nemen dat om voor mij onver­klaarbare reden door iedereen werd afgewezen.
De start van het tweede gedeelte van de klim-clinic werd even verstoord door een horde elektrische brommers die geruisloos het door ons versperde fietspad wilde vervolgen. Na enig geschater, kon ook deze horde huns weegs gaan en daalden we af in weer een andere richting. En nu met een aantal scherpe (?) bochten. Het was daarbij de bedoeling, met de druk op de onder­ste pedaal, om er heelhuids uit te komen. Of het de berm was of de top van een boom, dat werd er niet bij verteld, in ieder geval kwam een ieder gezond en enthousiast (want dalen werd steeds leuker) beneden.
En weer terug.
En het was gezellig onderweg, zo naar boven. Sommige fietserds, niet bij ons horend, namen af een toe een blaasje, of om van het uitzicht te genieten of omdat ze gewoon niet verder konden. En dan komt er iemand voorbij, wel bij ons horend, die dan met het grootste gemak hen een “goedemiddag saam” wenst. Nog net niet met haar tong op het stuur en dan wel de puf hebbend om zo voorkomend te zijn.
Voordat er aan de laatste afdaling werd begonnen kwam er een stoet kleu­terherinnering voorbij. Mannen, vrouwen, kinderen in een optocht Fiatjes 600. Sommige bestuurders waren bijna nog ouder dan het autootje waarin ze zaten, andere bestuurders waren zo jong zat het de achterkleinkinderen van de eerste bezitters zouden kunnen zijn. Een zo’n bezitter was mijn vader. De eerste vakantie met de auto naar Duitsland. Helemaal naar de Eifel. Over de autobaan. Een angstige moeder voorin: “Henk niet zo hard!  Je rijdt wel tachtig”. En ik met broer en zus op de achterbank. Veel bagage zal er niet zijn geweest, achter de bank was een kleine ruimte en daarna kwam de motor. De tas(sen?) voorin in de bagageruimte, die nooit groot geweest kan zijn omdat die 600 sloeg op de motorinhoud en niet op de lengte van de auto in centime­ters.
Slim van die Posbankmensen dat ze daar verschillende wegen hebben aange­legd, waarover een tal van verkeersdeelnemers zich voortbewogen. Zo valt er veel te genieten. Maar het was nog niet gedaan voor de klim-clinicers. Er stond nog een afda­ling van de Posbank te wachten en een bestijging van de Emmapyramide en om de dag te completeren een ware krachtraining. Ach, die beklimmingen kostten dan ook nauwelijks kracht, dus dat kon er ook nog wel bij. De trainer had daarvoor een uiterst obscuur paadje gevonden, belegd met klinkers en voorzien van een gering stijgingspercentage.
Na de uitleg: zo hard mogelijk rechtuit die 100 meter naar boven fietsen met een voor jou zo groot mogelijk verzet,  twee keer zittend en de laatste keer staande,  kwam mijn credo “parcourskennis is het ware van het klimmen” geheel uit. Na drie keer wist ik de weg.
Helaas was dit het einde van de beklimmingen en stond er nog stukje terug naar het parkeerterrein in Arnhem te doen. Al fietsend werd de dag nog doorgesproken en waren er allemaal opgetogen gezichten te zien. Iedereen is aan zijn trekken gekomen. De minder ervaren heuvelaars evenals de ervaren bergbefiet­sers. Het was een mooi stelletje daar op de Posbank.
En ja, klimmen (maar ook dalen) is te leren. Met kennis van de stijgingen en de lengte daarvan. En met een zekere mate aan talent. Daarom denk ik dat ik, ondanks dat het klimmen me steeds beter af gaat, het volgend jaar de Mont Ventoux maar over laat aan de Tour de France renners.

Douwe

 

De laatste lange 16-9-2012

De blaadjes dreigen van de bomen te vallen, de westerstormen oefenen alvast voor de komende weken. Ganzen in een V-vlucht vluchten het herfstweer vooruit. De ingrediënten voor een geslaagde laatste "lange" mol-rit.
Volgens plan zou de rit 125,7 kilometers zijn, maar dat zal niet de reden zijn geweest voor een nog al magere opkomst.

Bij het afgaan van mijn wekkertje, was het nog aardedonker en het begon pas na zevenen wat te dagenraden. Op weg naar het clubhuis viel het me op dat het erg, heel erg, druk was in de lucht.
Het toen al blauwe firnament was bezaaid met de krassen die de vliegtuigen in hun vaart achterlaten. Een wonderlijk en bijzonder schouwspel, dat me niet eerder zo was opgevallen.
Aan de start bij ons clubgebouw vertrokken -de één wat zomerder gekleed dan de ander- 26 man en twee vrouw.
(Raar eigenlijk dat je in dit geval wel bij een veelvoud van mannen over man kunt spreken maar bij een veelvoud van vrouwen niet over vrouw kunt schrijven, grammaticaal dan. Bij deze heb ik die regel gewoon aangepast. Ik vind dat goed).
Een van de vrouw vond het nodig om op de meest onhandige plek in de route, daar waar de volgwagen niet kon komen, een lekke achterband te ontvangen. Charmant als al die man waren, werd een plekje zonovergoten fietspad gevonden om te wachten. Een klein oponthoud dat ernstig werd gewaardeerd.
Onderweg naar de brug die de verbinding vormt tussen Alblasserdam en de rest van de wereld, werd het peloton allengs groter, waardoor uiteindelijk door 29 man en 2 vrouw de Brienenoordbrug werd bedwongen. Na de afzink, door het altijd mooie Kralingen, waarbij de tijd werd gegeven om rustig van de omgeving te genieten, er werd daarvoor regelmatig halt gehouden.
Het wordt tijd dat er een luidsprekertje bij die verkeerslichten gemonteerd wordt. Hieruit kan de burgemeester van Rotterdam dan vertellen wat er tijdens het oponthoud zoal te zien is. Nu staat zo'n groep alleen maar wezenloos te wachten tot de onderste lamp aangaat. En da's toch zonde van de tijd, vind ik.
De stadse aglommeratie verlatend en door het Lage Bergsebos via de Rotte naar het Groene Hart.
En voordat de pauzeplek was bereikt, moest echter eerst een aantal argrarische hindernissen worden genomen. Het smalle fietspaadje dat 's andere jaren zonder enig opstakel kon worden genomen, lag tijdens deze jaargang bezaaid met wandelende melkfabrieken en de afvalstoffen daarvan. Het voordeel van platte spaken is behalve een veminderde luchtweerstand, de genoemde afvalstoffen enigszins worden vermalen.
Echter: niet alle harde stukjes konden tegen de scherpte en zijn blijven plakken.
Na de boeren koffie, voor de één wat lekkerder dan voor de ander, de boerenkeek of boerenappeltaart, splitste de groep zich (zoals gebuikelijk) in tweeën. De groep met de man en vrouw die zich coureurs wanen en met ronkende banden de tweede helft van het parcours afraffelen. En de groep met de wat bedaarden -let op dat hier twee dees staan en niet één jee en één dee. Zo heeft ieder een reden om zich te voegen naar de groep hunner wil. En da's goed.
Maar wat een tweede helft.
Was er eerst die bekende marathon van het Groene Hart, wie kent het niet, met als gevolg dat er ernstig van de tevoren bedachte route moest worden afgeweken, was daar in Bodegraven de jaarlijkse kermis. Heeeeeeeel het centrum was onbereikbaar.
De Garmin bracht uitkomst, er was een rondweg aangelegd om "al" dat verkeer dat dreigde vast te lopen ruim baan te geven. Vergeten was even dat het fietspad dat de rondweg begeleidde wat afgesloten (wegens onderhoud? wegens gebrek aan asfalt? wegens....) Een stukje parralelweg eindigde in de wei, dus een echte Moller, niet bang van gras zijnde, passeert een olifantenpaadje om uiteindelijk op het eerder genoemde fietspad te recht te komen. Wel asfalt, maar uiteraard zonder volgwagen. De bemanning daarvan heeft de peletonse capriolen absoluut niet kunnen volgen, dus kozen ze voor de optie om bij Hekendorp maar eventjes op te wachten. Uiteraard in de hoop dat het peleton uiteindelijk daar langs zou rijden.
Hoop heeft doen leven, waardoor een hartelijk weerzien werd gevierd.
De boottocht over de Lek leverde geen problemen op, maar zorgde wel voor een gevulde blaas, althans eentje met een onhoudbare aandrang. En toen stond het peleton ineens stil. Een aantal man, de vrouw waren met die anderen op pad, sprong over het schrikdraad de dijk op en kwamen zichtbaar opgelucht terug.
Een stukje tegenwind, op de dijk waait die altijd tegen -lijkt het, want dat is erg afhankelijk van de richting waar men in rijdt. Daarna de laatste hobbels die werden beslecht en Co die een dan redelijk uitgedund peleton opwachtte.
Een mooi afscheid van de lange Molritten. Uiteindelijk iets langer was dan gepland maar waar geen onvertogen woord over is gevallen.
Douwe

Hoe ingrijpend is het moller te zijn. 10-9-2012

Zomaar een weekje! Zaterdag, 25 augustus 2012, de "Trendhopper vakantie Moltocht", of te wel "De Zes Bruggentocht". Waarom er vakantie bij moet is mij niet duidelijk, omdat ik heel de week heb gewerkt, maar anderzijds is elke rit die ik rijd weer goed voor het vakantiegevoel. De tocht werd voorgereden door Jan Korteland en zwager Bart. Jaap B. en Henk B.,toch geen broertjes?, fungeerden als verkeerregelaars. Cees M. en Eveline bemanden de volgauto.

Het vertrek werd even uitgesteld, omdat vadertje regen het nodige liet vallen, even schuilen en nadat (bijna) iedereen zijn regenjack aan had zijn wij dan toch weggereden. Via Hardinxveld Giessendam en Giessenburg ging het naar de brug nabij Gorinchem. Het was toen alweer geruime tijd droog. Ik ben met Dirk I. opgereden. Via Almkerk en Hank ging hetnaar Raamsdonkveer. Net over de brug bij Raamsdonkveer werd gelukkig even gestopt om ons te kunnen ontdoen van onze regenjacks en uiteraard werd even direct van de gelegenheid gebruik gemaaktom er een sanitaire stop van te maken, waarna wij richting Waspik onze weg vervolgden. Allengs werd het beter weer. Via 's Gravenmoer, De Meer en Vaart reden wij naar Drunen om bij "De Drie Linde" koffie te drinken. Wij konden als of wij aan een lange tafel plaatsnamen gaan zitten onder parasols. Net één grote familie. Gezellig koffie gedronken met appeltaart. Na de pauze zijn wij met zes man als Snelle Groep vooruit gereden. De zes waren, even denken hoor!, Chris O., Cees Bn, Dirk I. Harry, de man met een bruin gezicht en een baard van een paar dagen en mijn persoontje. In eerst instantie namen Harry en Chris het voortouw, maar na een aantal kilometers zijn wij molentje gaan draaien. In een heerlijk snelle groep tempo reden wij naar huis ik heb genoten.
Drie dagen later, op dinsdag 28 augustus, was ik even voor half zeven present bij Impuls, waar wij omstreeks half zeven vertrokken om een rondje Standdaarbuiten te fietsen, een leuk groepje, met onder andere Rien, Ronald, Chris, Cees, Miranda, Herman, Eric, Luca, twee gasten, Harry en nog een paar. In een lekker tempo zijn wij onder schitterende weersomstandigheden weg gereden. Nadat onze gasten halverwege hadden afgehaakt, hebben wij het tempo nog wat op gevoerd. Na Standdaarbuiten op een redelijk brede en rechte weg spoot Ronald naar voeren en een paar er achter aan, o.a. Rien, Herman en ik. In een voor mij enorm hoog tempo werd er gereden, maar gelukkig kon ik in het wiel blijven. Toen Ronald eenmaal was uitgeraasd (voor even) reden wij in een rustiger tempo door tot dat de rest van de groep weer aansluiting had gevonden. Vlak voor de Moerdijkbrug volgde opnieuw een demarrage, maar een tweede maal exploderen zat er voor mij niet in. Na de brug weer aan gesloten. Even later was het op de Rijksstraatweg opnieuw raak weer een demarrage, maar die heb ik ook aan mij voorbij moeten laten gaan. Wel geprobeerd om te volgen, maar moest toch afhaken. Ik was gelukkig niet de enige en gedrieën hebben wij de achtervolging ingezet om bij de Tweede Tol weer aansluiting te vinden, waarna wij in een rustig tempo naar huis zijn gereden. Een heerlijk avondje trappen.
Woensdagavond, 29 augustus, naar detraining van Jetse geweest op de baan. Een behoorlijk grote groep was present, waaronder Corné, Jan Willem, Daniëlle, Hans en nog diverse anderen. Na een paar rondjes te hebben warm gedraaid zijn wij achtjes gaan rijden over de baan om zo onze spiervezelste trainen. Het schijnt dat wij snelle spiervezels hebben die zorgen voor de explosie tijdens korte inspanningen en vezels die zorgen dat wij duurtraining aan kunnen. Of te wel voor de mannen met de lange adem. Ik dacht dat wij op de heuvel dienden te presteren. De steile kant diende wij snel, desnoods staande, omhoogte fietsen en via de lange zijde zittend en bijvoorbeeld met de handen boven op het stuur. Er werd echter over het gehele parcours gereden als gold het een wedstrijd en was best zwaar. Als afsluiting mochten wij een aantal rondjes rijden, maar onder het mom, "Ieder voor zich". Dus jullie weten het wel het ging dus zo hard als je maar kon fietsen. Een training die bij mij onder de noemer valt te plaatsen van "Kort maar krachtig".
Na deze training was het weer uitkijken naar de komende zaterdag, 1 september, De Baleco Zeeland tocht, maar daar over later meer.
Heel ongemerkt gaat het fietsen bij De Mol een belangrijke plaats innemen. Was ik maar eerder lid geworden.

Ad Doedijns

 

Baleco Zeelandtoer 1 september 2012

Het is alweer even geleden, maar op 1 september 2012 hebben wij de Jan van 't Leven tocht, of te wel de tocht van ons leven gefietst. Voor mij was het de tweede maal dat ik mee mocht fietsen.
De tocht in 2011 werd in wel heel zomerse sferen gereden, dus de verwachting was bij mij hoog gespannen.
Onder welke weersomstandigheden zouden wij deze tocht gaan rijden?

De weergoden waren ons ook deze keer gelukkig welgezind. 's –Morgens vroeg ben ik naar de verzamelplaats gereden om in colonne naar 's-Heerenbroek af te reizen. Dit keer zonder zwager Bart, want die was op dat moment in Spanje en genoot van een vakantie. Op de Kerkeplaat heb ik even staan kou kleumen, want ik vond het knap fris, maar eenmaal weer in de auto de verwarming op tropische temperaturen gezet en het leed was weer geleden.
De reis verliep voorspoedig en toen wij in het Zeeuwse 's-Heerenbroek aankwamen werden wij, nadat wij ons bij de dames Van 't Leven hadden ingecheckt, in het Partycentrum Het Geveltje door een lieftallige dame in Zeeuwse klederdracht van koffie en een Zeeuwse bolus voorzien. En voor de koffie liefhebbers werd het kopje op verzoek herhaaldelijk opnieuw gevuld. Wat een service! Na het welkom/informatie praatje van Jan togen wij naar onze fietsen om met de tocht aan te vangen. Op kop reed een motorrijder, die voor ons de weg schoon zou vegen. Een prettig vooruitzicht. Het aantal deelnemers weet ik niet, maar wij waren in ieder geval met een grote groep. Wij reden, zeker in het begin over rustige wegen door een mooi landschap dat werd afgewisseld door schilderachtige dorpjes. Rondjes rond de kerk werden niet gemeden. Zelfs een tussentijdse pitstop was nodig  omdat de nood hoog was.
Naar mate de dag vorderde werd het warmer. Wat de wind betreft, mochten wij ook niet klagen, want op die dag was er sprake van ongeveer 2 Bft. Volgens mij is dit voor Zeeuwse begrippen gelijk aan windstil. Dorpjes en stadjes met namen als Nisse, 's-Heer Abtskerke, Kapelle Biezelinge, Goes  en Kortgene werden aangedaan. Het mooiste van al vond ik de doortocht door Domburg. Op het moment dat wij als peloton door het centrum van Domburg reden was het gezellig druk en hadden wij de nodige bekijks. Nadat wij Domburg achter ons hadden gelaten was het zo langzamerhand tijd dat wij langs de zilte Noordzee zouden gaan fietsen. Over de zeewering reden wij vervolgens richting West Kapelle met wind tegen. Het was een genot om hier toch even het verzet van de wind te mogen trotseren. Voor de koprijders was dit uiteraard geen sinecure, maar voor ons achter de derrière van onze voorganger was het uiteraard een stuk makkelijker.
Bij aankomst in West Kapelle bij brasserie De Tijd lag het terras al uitnodigend in het zonnetje op ons te wachten. Ook hier werden wij weer vergast op een lekkernij. Koffie met appeltaart. Gezellig hebben wij op het terras gepauzeerd en voor je er erg in hebt is het alweer tijd om te vertrekken. Diverse plaatsjes met kerke aan het eind zijn wij gepasseerd. Onderweg heb ik nog gezien dat er een wedstrijd ringsteken werd gehouden. Een echte Zeeuwse folklore. Eigenlijk te snel, naar mijn beleving, waren wij weer terug in 's-Heerenbroek. Wij zijn ons eerst gaan omkleden. Een deel deed dit op het toilet van het partijcentrum. Gebroederlijk werd de wasbak gedeeld. Wanneer je je moet behelpen, dan is een washand toch eigenlijk wel een handig hulpmiddel. Ik heb hier nuttig gebruik van gemaakt. Nadat iedereen zich het opgefrist en of omgekleed zijn wij binnen gaan eten. Ik had gekozen voor mosselen en die heb ik mij, onder het genot van een biertje, goed laten smaken. Ik deelde een tafel met Jannes, Jan, Henk Biest, Henk Kelfkens, Philip, Arie en nog een paar. Het etentje was een gezellige afsluiting van een goed georganiseerde dag door de familie Van 't Leven. Top!
Ad Doedijns

 

Rivierendal Klimtocht Ochten 11-08-2012

Voor mij geen Luik-Bastenaken-Luik maar gewoon met een groepje Mollers om zeven uur vertrokken vanaf de Kerkeplaat naar Ochten om deel te nemen aan een tocht naar het Reichswald in Duitsland. Een tocht die was uitgezet door Wielerclub "'t Versnellertje". Op slag van zeven zijn wij van de Kerkeplaat vertrokken. Ondanks het vroege tijdstip zag het weer er veelbelovend uit. De reis verliep voorspoedig en wij waren keurig op tijd bij Resort Rivierendal.
Binnen in het restaurant was het een drukte van belang en er waren al diverse Mollers, die rechtstreeks naar Ochten waren gereden.

Ik heb mij met mijn NFTU-pas door middel van "scan and go" laten registeren, dus in een wip was dit gebeurd. Koffie gedronken aan tafel bij Huub, Anne Marie, Eveline en Theo. Omstreeks een uur of acht kwam Ferrie melden dat wij over vijf minuten zouden vertrekken met het gevolg dat iedereen zijn biezen pakten en naar buiten ging om zich op te stellen. Hans Duurkoop had zijn shirt aan zonder mouwen. Had ik ook aan, maar toen ik mijn fiets in gereedheid bracht vond ik het toch wel erg fris, zodat ik besloot om mijn mouwtjes maar aan te doen. Heb ik geen spijt van gehad. Het heeft even geduurd, maar uiteindelijk zijn wij vertrokken met op kop good old Ferrie en Rinus v.d. Burg.
Van het resort ging het linea recta naar de Waalbandijk. Over de Waalbandijk ging het richting Nijmegen. Ondanks dat het best fris was trapten wij evenzo fris de kilometers onder ons door, met aan onze rechterhand De Waal. Tot Nijmegen was het bekend vlak en als je over hoogte meters spreekt, dan hooguit die om over de brug De Waal over te steken. Na de brug kregen wij direct een mooi cadeautje een gratis stukje afdaling zonder eerst te hoeven klimmen. Op een gegeven moment, of het nu nog Nijmegen was of Berg en Dal dat ik niet meer precies, maar toen werden wij plotseling verrast met of juist door een steile klim. Wij dienden de pedalen stevig te beroeren om boven te komen, maar het is ons allemaal gelukt. Na deze beproeving waren wij klaar voor de volgende. Die liet echter nog even op zich wachten, want het ging vervolgens redelijk vlak verder richting Duitsland. Ongemerkt rijd je Duitsland in, maar als je het Reichwald in rijdt, dan weet je dit direct. Golvende wegen door bos omzoomt. Schitterend gezicht en het koerst geweldig. Na het Reichwald reden wij weer terug naar Nederland en wel richting Groesbeek waar wij in Restaurant Hotel De Oude-Molen koffie hebben gedronken, maar op weg naar Groesbeek hadden wij een pijl gemist zodat wij van de route geraakten. De volgauto, met Jan Stam en Wout als piloten, werd opgeroepen, zij dienden namelijk een andere weg te volgen, om ons weer terug te brengen op het juiste spoor.
Zo zie je maar weer waar de bemanning van de volgauto al niet goed voor kan zijn. Achteraf bleek dat Anne Marie en Eveline de pijl wel hadden waargenomen, maar zij veronderstelden dat de pijl niet juist was geplaatst omdat de weg er nogal slecht bij lag. Wat blijkt nu, in de routebeschrijving staat een waarschuwing "LET OP R.A. Bos in. Slecht wegdek."  Eenmaal bij De Oude-Molen aangeland is een deel van de groep op het terras gaan zitten en de rest binnen, omdat het terras vol was. Kan ook niet anders, want het was prachtig weer. Ik ben binnen gaan zitten aan een zogenaamde stamtafel met onder andere Rinus v.d. Burg, Theo Rutten, Theo v.d. Waal, Henk Biest en nog diverse andere Mollers. Koffie gedronken met daarbij een punt appeltaart met slagroom. Je moet nu eenmaal goed voor de inwendige mens zorgen niet waar? Theo R. heeft mij nog verschillende foto's laten zien, die hij had gemaakt gedurende zijn (fiets)vakantie in Italië. Het zal mij niet verbazen als Theo binnenkort vertrekt naar Peru om de mooie Peruaanse weer te ontmoeten die hij in Italië tegen het lijf is gelopen, ik bedoel gefietst. Onderweg was ik er achter gekomen dat ik mijn bidons in de auto had laten staan. Lekker handig! Nu gelijk van de gelegenheid gebruik gemaakt om een flesje AA Drink aan te schaffen. Tijdens de pauze kwam er een deelnemer (geen Moller) binnen die gevallen was. Zijn gezicht was links bont en blauw en om zijn rechterarm droeg hij verband. De man moet een flinke smak gemaakt hebben.
Na de pauze reden wij weer terug naar Duitsland, uiteraard via een andere weg, en raakten wij ter hoogte van de Hauptstrasse even het spoor bijster. De weg werd gevraagd, maar dit leidde niet tot de juiste route. Een deel van de groep reed weg in de veronderstelling de juiste weg te volgen. Op dat moment zag Jetse het straatnaambord Hauptstrasse. Het was een afslag eerder dan die door de groep, die zojuist was weggereden, was genomen. De groep die er nog stond nam de juiste weg. Jetse heeft via de mobilofoon contact gezocht met de groep die was weggereden. Wij kwamen terecht bij een heuvel met een leuke klim. Eindelijk weer een uitdaging om te bedwingen. Onderaan de heuvel stond de groep te wachten die om de heuvel was gereden. Zij hadden een mooie klim gemist. Het volgende stuk naar Berg en Dal leverde geen problemen op. Alleen kwamen wij in Berg en Dal nog een zogenaamd "klein vuiltje" tegen. Dit was de Nieuwe-Holleweg / Oude-Holleweg. Dit was volgens mij de zwaarste klim van deze dag. Wij hebben na het bedwingen van de klim, midden op het kruispunt op elkaar staan wachten. Gelukkig kwam er nauwelijks verkeer. Het resterende deel van de tocht ging over vlak terrein. Na Nijmegen, Oosterhout, Zetten en Dodewaard was Ochten weer een feit en hadden wij de finish zonder kleerscheuren bereikt.
Een mooie tocht gereden onder goede weersomstandigheden met een gezellige grote groep, die dankzij de hulp van de bemanning van de volgauto in het juiste spoor is gebleven, dan wel teruggebracht.
Ad Doedijns

 

Molentocht 18-08-2012

Ik had, omstreeks tien voor halfacht, mijn fiets buiten gezet en was bezig de bidons in de houders te doen, toen Richard de Langen plotseling voor mij stond. Ik heb mijn spullen gepakt en wij hebben even staan praten in afwachting van zwager Bart.  Gedrieën zijn wij naar De Mol gefietst. Het was op dat moment al behoorlijk warm.

Bij aankomst bij het clubhuis zag ik dat de fiets parkeerstang bijna helemaal volhing met bolides. Hier en daar was nog een plekje. Binnen was het gezellig druk en je kon zien dat iedereen er zin in had. Rinus v.d. B. en Marcel van R. waren gezeteld achter de inschrijftafel en hadden aan belangstelling niet te klagen. Na de inschrijfformaliteiten en de kop koffie zijn zwager Bart en ik met de Snelle groep mannen en vrouwen meegereden. Dit ging lekker, kan ook niet anders, want het was mooi weer en nog niet te warm. In een sportief tempo ging het de Baanhoekbrug en even later de Boogbrug over richting Oud-Alblas. Niet geheel volgens de regels reed een deel op de autoweg in plaats van op het fietspad, maar dat is hen vergeven, want het fietspad was in feite gevaarlijker fietsen dan op de autoweg. Na Oud-Alblas was het de bedoeling om met de groep in Alblasserdam te belanden, maar helaas sloeg het noodlot toe.
Zwager Bart moest van de fiets wegens een lekke band. Gezien het samen uit en samen thuis principe en natuurlijk omdat hij mijn fietsmaatje en zwager is ben ik gestopt om hem bij te staan, al was het maar om psychische hulpverlening te bieden. Volgens Zwager Bart rust er een vloek op deze tocht omdat hij iedere keer slachtoffer is. Na veel vijven en zessen was de binnenband vervangen van het voorwiel, en alsof er een vloek op rust, klapte de band toen die op druk werd gebracht. Ergo, wederom een nieuwe binnenband er om. Dit ging iets sneller. Jullie zullen nu denken dat het leed was geleden, maar niet dus. Ik reed weg en geen Zwager Bart die volgde. Ik ben teruggereden en daar stond zwager Bart, nu met een lekke achterband. Nog geen meter opgeschoten en weer een binnenband vervangen. Alles bij elkaar zijn wij een halfuurtje aan het klooien geweest. Groepen hebben wij zien passeren met het idee dat wij die wel weer zouden inhalen. Eenmaal weer op de fiets hebben wij de achtervolging ingezet.
Wij reden met een gastrenner, die aansluiting bij ons had gezocht, in een stevig tempo. Op het fietspad bij Alblasserdam wilde ik een paard passeren, maar dat paard sloeg bijna op hol. De berijdster kon het paard nauwelijks in bedwang houden. Het schoot vooruit, en ik veiligheidshalve het plantsoen in om te voorkomen dat ik door paard en berijdster van de weg gereden zou worden. Gelukkig liep alles met een sisser af. Wij vervolgden onze weg, even in een wat rustiger tempo maar niet voor lang, want wij belandden op de dijk langs de Lek en met de wind in de poeperd is het lekker trappen tot Nieuw-Lekkerland, daar gingen wij weer naar binnen en reden wij van de Lek weg richting Brandwijk. Groot-Ammers en Goudriaan volgden. Wij hadden toen al wat smalle, wel geasfalteerde, paadjes achter ons liggen. Ondertussen waren wij wel een illusie armer, want tot nu toe waren wij nog niemand gepasseerd. Wij reden verder naar Schelluinen. Het werd allengs warmer en warmer. Het tempo hadden wij teruggebracht naar Toergroep tempo omdat het moordende Snelle groep tempo met ons twee niet was vol te houden. Na Arkel, Hoog-Blokland diende Hoornaar zich aan en het idee van een wel verdiende rustpauze beviel ons goed.
Onderweg waren wij Karel Bezemer en Heleen Duurkoop gepasseerd en toen wij bij Restaurant "Onder de Linde" aankwamen zat het terras vol met deelnemers van de Rabobank Molentocht. Een sfeervol gezicht, mensen onder parasols, druk in gesprek, en allemaal racefietsen geparkeerd aan de overkant van de weg. Aan tafel aangeschoven bij Richard de Langen en Piet Kamphuis. Zij bleken er ook nog maar pas te zijn aangekomen. Hebben Zwager Bart en ik de Toergroep blijkbaar op de hielen gezeten. In de schaduw onder de parasol was het goed toeven, dus het was niet zo erg dat de bediening moeite had met iedereen voorzien van een natje en een droogje. Na een kop koffie met een stuk appeltaart met slagroom, een mueslibol en twee bammetjes met kaas moest nog een tweede kopje koffie worden gedronken. De Toergroep maakte zich intussen gereed voor vertrek.
Wij, zwager Bart en ik, zouden de groep wel inhalen, maar wij hadden buiten de waard gerekend. Nadat wij onze tweede kop koffie hadden gedronken en afscheid hadden genomen van Jetse van Melick, Rinus v.d. Burg, Heleen Duurkoop en Karel Bezemer vertrokken wij, maar kwamen niet verder dat 25 meter, want nu had ik een lekke achterband. Snel de binnenband vervangen en weer in het zadel, maar de Toergroep hebben wij nimmer ingehaald. De koperen Ploert scheen onverminderd fel toen wij het rondo naar Noordeloos, Meerkerk, Sluis, Ameide Tienhoven Goudriaan hebben gereden. Bij tijd en wijlen voerden wij het tempo op, om het even zo snel weer terug te brengen naar toertempo.
Wij waren blij verheugd toen wij de door C1000 Westpolder uit Papendrecht aangeboden ravitailleringspost ontwaarde aan de Lubbertjesweg. Nooit geweten dat water zo lekker kan zijn. Voor mijn gevoel was ik al liters vocht kwijtgeraakt, dus aanvulling was hard nodig. Jannes en Douwe stonden paraat om ons te voorzien van water of appelsap, wat je maar wilde. Een krentenbol of ontbijtkoek was voorhanden. Het enige waar ik naar snakte was water!  Jetse was ook hier weer aanwezig. Gezeten in het gras, onder een parasol, een flesje water zonder bubbels gedronken. Het smaakte als champagne. Je kreeg er een gelukzalige dronken gevoel van zo lekker was het. Na enige tijd moesten wij weer verder met een klein beetje tegenzin zijn wij weer op de fiets gestapt en lieten onze benen het werk doen, malen, malen en nog eens malen, de pedalen maar rond malen. En de niets ontziende "Koperen Ploert" maar schijnen. Het laatste deel van de tocht moest worden gereden. Ottoland, Brandwijk, Bleskensgraaf werden aangedaan. Na het bruggetje over de Alblas dienden wij volgens de pijl linksaf te slaan om "De Krom" te passeren. Heel even was de verleiding groot om onze weg gewoon rechtdoor te vervolgen, maar dit hebben wij niet gedaan. Zelfs de verleiding van "De Krom" hebben wij weten te doorstaan. Wij reden nu min of meer de zelfde weg terug, maar dan aan de ander zijde van de Alblas. Bij de oversteek van de N-214, even voor Wijngaarden pikten wij Ada uit de Bosch op en het laatste stukje naar De Mol hebben wij met z'n drieën afgelegd. Onderweg sprenkelden Ada en zwager Bart kwistig water over hun hoofd om enige verkoeling te vinden. Het eerste wat ik deed toen ik aan de bar stond bij Co, was bier bestellen voor zwager Bart en mijzelf. Dit biertje smaakte als het bekende engeltje. Heerlijk! En op één been kan je natuurlijk niet lopen.....
Een tocht waarvan wij, zwager Bart en ik, dachten in groepsverband te zullen rijden, maar dit pakte dus even anders uit, maar niet getreurd het was leuk, maar gezien de hitte afzien. Een compliment voor de mannen die het parkoers hebben uitgezet. Subliem! Niet één keer verkeerd gereden. Ruimschoots van tevoren konden wij de borden waarnemen, zodat zonder vaart te minderen kon worden doorgereden. Klasse! De mensen voor en achter de schermen, sponsors en "last but not least" Co bedankt voor deze fijne dag.

Ad Doedijns

aalease

buko

cirexpress

isomanagement

vego

pellikaan

plieger

pw

rogelli

timeservice

Inloggen

X