Een sprookjesrit 17-12-2011

Zaterdag 17 december 2011, de kerstdagen en de jaarwisseling komen er met rassen schreden aan, maar de kerstmarkt is vandaag en zorgt in de Dordrechtse binnenstad ongetwijfeld voor veel Anton Pieck achtige taferelen. De weersverwachting voor vandaag is gelukkig minder spannend, ondanks het feit dat er hagel en onweer is voorspeld. 

Zwager, Bart, en ik hadden er in ieder geval alle vertrouwen in en togen dan ook omstreeks halftien richting Impuls. Aldaar aangekomen zei Bart, dat er al één was, maar gelukkig kon ik hem uit de droom helpen, want er waren er al zes. Eenmaal binnen zag ik dat Henk Biest, Jetse van Melick, Rinus v.d. Burg, Theo v.d. Waal, Nestor Ton en Jannes en Jaap al aan de koffie zaten. Even later kwamen er meer. Kees “de snor” met maat Frans en Henk Kelfkens en Cees Bakker. Jannes was op weg naar Impuls onderuit gegaan en had last van zijn been. Hij besloot om niet mee te gaan Ton dacht er hetzelfde over. Na de koffie en wat te hebben gekletst gingen wij naar buiten, maar toen wij naar buiten gingen weer kaatste de zon in de ruiten van de in-, uitgang van Impuls, het leek wel een betovering, want wat bleek nu, buiten stond de “tanden fee” Jonneke op ons te wachten en Ronald met zijn Eenhoorn op brede banden. Toen wij op onze fietsen stapten veranderden dezen terstond in een eenhoorn. De tanden fee en Henk Kelfkens, die toen hij buiten kwam veranderde in Merlijn de tovenaar, namen de leiding. Merlijn snelde op zijn Eenhoorn naast de vliegende tanden fee. Wij in galop er achter aan. De tanden fee en Merlijn voerden ons in galop over geplaveide wegen richting één van de poorten van het eiland van Dordrecht, namelijk de Moerdijkbrug. Eenmaal de brug over ging het in een boog langs snelle wegen richting vestingstad Moerdijke. Aldaar zag ik in de toppen van de bomen een buizerd zich losmaken uit een boom. Hij sloeg zijn vleugels uit en je zag de enorme reikwijdte van zijn vleugels. Een machtig gezicht om zo`n rover boven je te zien vliegen. De wind die zorgde voor enige weerstand deed ons besluiten om onze eenhoorns aan te sporen tot enige spoed. Na vestingstad Moerdijke te zijn gepasseerd reden wij door het ambachtelijke gebied van Moerdijke, alwaar de eenhoorn van elf Bart zijn hoefijzer verloor. Het gezelschap trok daarop aan de teugels om de eenhoorns te laten grazen en elf Bart verving het ijzer met gezwinde spoed, waarop wij weer in galop verder gingen. Onderweg zagen wij nog een prachtige regenboog. De pot met de gouden munten lonkte, maar wij bleven in het spoor van onze fee en tovenaar. Onze tocht richting vestingstad Willemstad ging net even anders als een week daarvoor, maar volgens mij waren wij het ambachtelijke gebied nog niet uit of wij werden overvallen door regen. Ongetwijfeld veroorzaakt door een heks maar tot onze schrik veroorzaakte deze heks ook een kapot hoefijzer van elf Jaap. Hij diende van zijn eenhoorn af te stijgen. Het bonte gezelschap maakte eveneens halt. Een paar elfen groepeerden zich rond de tanden fee een paar rond elf jaap. Zo onversaagd als wij elfen waren, wij genoten immers bescherming van tanden fee Jonneke en tovenaar Merlijn, bleven de elfen Jetse, Bart, Ad en Ronald bij elf Jaap achter en de rest van het gezelschap zocht even verderop beschutting onder een afdak bij een herberg waar stalen rossen kunnen bijtanken. De striemde regen zorgde voor gevoelloze vingers bij elf Jaap, maar hij volhardde en hij slaagde er ten lange leste in om het hoefijzer van zijn eenhoorn te vervangen. De eenhoorn van elf Ronald was nogal ongedurig zodat hij, om zijn eenhoorn in toom te houden, heen en weer reed door de berm, er voor zorgend dat de andere elfen niet door de poten van de steigerende eenhoorn van hem werden geraakt.  Toen elf Jaap gereed was stegen wij weer op en zetten wij in draf de achtervolging in om even later het gezelschap onder het afdak vandaan zien te komen van de naast de weg gelegen rustplaats voor stalen rossen. Nadat wij vestingstad Klundert waren gepasseerd veranderde onze tanden fee in een nog mooiere fee, met het gevolg dat wij onze eenhoorns harder aanspoorden om haar te kunnen volgen. Op een gegeven moment vochten de elfen erom om en plaats vlak achter haar te bemachtigen. Zonder verdere tegenslagen, het zonnetje scheen, de regen was allang vergeten, naderden wij vestingstad Willemstad. Onze fee en tovenaar wilden voorkomen dat wij problemen zouden krijgen met de dwergen van die stad, zodat wij in een boog om deze stad heen zijn gereden richting herberg “De Banaan”. Toen wij bij voormelde herberg arriveerden, werden wij door een vervaarlijk blaffende wolf op gewacht. Zijn tanden flonkerende door de weerkaatsing van het zonlicht, maar gelukkig kwispelde zijn staart steeds harder naarmate wij dichterbij kwamen. Elf Ronald vond dit blijkbaar maar niets en hij besloot om alleen alvast vooruit te snelle naar vestingstad Dordrecht.  Wij werden hartelijk welkom geheten door de herbergier en zijn zoontje. Even later lieten wij ons koffie brengen. De herbergier zette tevens Jan Hagel koekjes neer. Onder het genot van een bak koffie hebben wij lekker zitten kletsen. De tijd stond niet stil! Het halfuur was ook nu weer snel voorbij, zodat wij ons weer gereed dienden te maken voor onze tocht. Onze fee en tovenaar voerden ons mee door de waard van het Hoekse.
Een toverspreuk van onze fee had de heks veranderd in een goede heks met het gevolg dat wij de wind in de rug hadden. Onze eenhoorns kwamen toen op een gegeven moment los van de grond, want onze fee had weer een metamorfose ondergaan
Wij elfen konden dus niet anders dan onze eenhoorns de sporen geven, dan zullen jullie ongetwijfeld begrijpen. Onderweg kwamen wij weer een buizerd van behoorlijke omvang tegen. Ook hebben wij grote groepen jagers gezien die wij gelukkig voor konden blijven, want anders waren wij misschien wel afgeschoten. Het stuk door de waard van het Hoekse werd gereden onder heel gunstige weersomstandigheden wind in de rug en een schitterend zonnetje aan de hemel. Vlak voor he eiland van Dordrecht nam elf Jetse afscheid van ons en wij dienden natuurlijk weer door een poort, maar nu onder de rivier door. Gelukkig ging alles goed. Geen trollen gesignaleerd. Toen wij op het eiland weer boven kwamen scheen de zon nog steeds en veel de groep langzaam uit één en nam de betovering langzaam in kracht af. Ter hoogte van het landgoed Dordwijk nam onze fee afscheid en nam weer haar gewone gedaante aan Elf Cees ging met haar mee. Wij gingen in galop verder richting Impuls waar elf Henk Biest en een plaatsgenoot die al drie jaar lid is op huis aan reden. Tovenaar Merlijn en de elfen Bart en Ad reden verder tot Dubbeldam waar tovenaar Merlijn afscheid nam en direct weer veranderde in Henk Kelfkens. Bart en ik reden nog een stukje samen op in even later gingen ook wij ieder ons weegs. Wij hebben van de kerstmarkt niets meegekregen, wie weet morgen, maar wij hebben vandaag ons eigen sprookje beleefd. Een schitterende rit onder aanvoering van Jonneke en Henk.

Ad Doedijns

 

Beren op de weg 22-11-2011

Om 22:00 uur gepland vertrek van d'ouwe mannen vanaf Reaplus. Telefoontje: Kees was één schoen vergeten, of we ff wilden wachten. Natuurlijk, het zonnetje scheen, dus wachten was geen nood. 22:10 de telefoon: zit in Papendrecht, dus ik kom er aan; Kees. Dat zou te lang duren, dus zo gezegd zo gefietst. Bij de Tweede Tol stond Kees, met twee schoenen en zijn fiets met twee wielen. Verder op pad met 17 mannen. Richting Seppe. Hoe we daar uiteindelijk zijn gekomen, de mist werd welaan dichter, dat zal Cees wel weten. Ik bungelde er maar een beetje achteraan en maakte twee(!) lekke banden binnen één kilometer van Karel mee. Dure banden, goedkope banden, het maakt niks uit, als de lucht eruit loopt gaat dat bij beide soorten banden even hard. Met als uiteindelijk resultaat: veel gelach en geplaag en een nieuwe binnenband en nog een. Na Seppe, huiswaarts via de bekende bietencampagnewegen. En dan daar ook nog een lekke Bramband. Het kan eigenlijk niet erger, in de blubber en dan lek. Die suikerbietenboeren moeten eens een voorbeeld nemen aan de aardbeienetelers. Een cleane methode, zonder aarde, dus zonder modder. Bovendien is de oogsttijd van de aardbeien aanmerkelijk aantrekkelijker. De eerste boer die zijn suikerbieten gaat telen in een lekker verwarmde kas, zal ik in ieder geval met gejuich en open armen begroeten en zal hem gelijktijdend voordragen als erelid voor het leven van de toerclub. En waarom? Iemand die ons bij thuiskomst, zo rond de klok van 27:10, had gezien, had zich afgevraagd of we een veldrit achter de rug hadden of zag het historisch tv-beeld van de douchende renners in Roubaix voor zijn ogen live herhaald. Mannamannaman, wat zagen we eruit (behalve Henk, die slim genoeg de hele weg vooraan reed) en wat hebben onze fietsen te lijden gehad.
Maar toch, na het douche- en poetswerk, gerelativeerd en blij dat we toch weer op pad zijn gegaan. Als voorbereiding op het nieuwe seizoen.

D'ouwe gespikkelde beer.

 

Het was me het ritje wel 19-10-2011

Het was me het ritje wel. Vandaag was er geen regen voorspeld (de eerste uren), dus zat ik niet in mijn allenige eentje aan de koffie bij ReaPlus. Een mannetje of twintig (of dertig zou ook zo maar kunnen) troostten mij met mijn aanwezigheid vorige week. En allemaal met dezelfde woorden: tja het regende. Alsof ik dat niet wist.

Als gevolg van vakantieperikelen van onze akela, werd in overleg(?) medegedeeld dat de rit vandaag naar het meest bekende vliegveld in onze omgeving, Seppe, zou voeren. Want de wind zou uit het westen waaien. Volgens plan dan. Was er dan wel wind? Als je voorop reed, dan wel natuurlijk. In de groep is het wat minder winderig, overigens is dat dan wel weer afhankelijk wie er voor je rijdt. De Moerdijk passerend, of overgaan, zoals sommigen ook wel denken. Een aantal redelijk bekende Brabantse wegen overfietsend, kwamen we alras tot de ontdekking dat sommige medeweggebruikers toch iets andere inzichten in de bestaande voorrangsregels hebben en dat sommige Mollers (en dat is dan wel weer logisch met zo'n clubnaam) een iets ander beeld hebben van een verkeerslicht dat de bovenste lamp rood doet kleuren. Je zou zo maar kunnen verwachten dat dan de andere weggebruiker gelijker tijd een verkeerslicht ontmoet, dat de onderste lamp groen doet kleuren. En dat betekent in dat geval dat de andere weggebruiker, geheel volgens de geldende regels in Brabant en omstreken, zich genoodzaakt voelt zich met grote spoed langs dat verkeerslicht te haasten, tenzij een Moller zijn pad kruist, die dan hoopt dat die andere verkeersdeelnemer enige coulance vertoont en met een wijds armgebaar en een vriendelijke glimlach van achter zijn dan nog niet roodgekleurde voorruit en waarschijnlijk toch geheel tegen zijn zin de Mollers hun pad te laten vervolgen. Dit geschreven en gedacht hebbend stond ineens de koffie klaar bij het knusse restaurant naast de startbaan van genoemd vliegveld. Buiten droog, de ruggen nat en nu even niet.
Klaar voor vertrek, nadat de onvolprezen bediensters waren bedankt voor hun verleende gastvrijheid, werd -door wie dan ook- besloten om via Rucphen (speciaal voor de Moller die effe naast me fietste en niet precies wist waar we waren en hoe je het schrijft) huiswaarts te fietsen. De wind was wat gedraaid, dus de gehoopte rugwind bleef na tien minuten achterwege. Wel werd het peloton getrakteerd op een andere verrassing. Regen. Terwijl dat pas na tweeën was besteld. Jacks aan, jammer eigenlijk dat het meerendeel de MolRegenJacks heeft ingeleverd, want het was een kakofonie aan lelijke kleuren, wat waarschijnlijk de reden was voor het naderende onheil. Regen, dus lekke banden. Drie of vier (ik kan maar tot drie tellen...) binnen een kilometer. Het tempo lag er volledig uit. Maar Samen Uit Samen Thuis geldt ook voor de Woensdaggroep, dus werden tijdens de oponthouden de stralen van het dan weer doorbrekende zonnetje opgezocht om de stramme botten niet geheel te laten verstijven (dat kan natuurlijk niet, maar ik vind dit wel een leuke zin). Een andere Moller had in zijn theoretische wijsheid besloten om zijn oude grote blad maar weer eens op zijn fiets te monteren, wel nieuwe banden (dat dan weer wel), met als gevolg, of door een verkeerd schakelmoment, dat zijn ketting in de ruststand ging liggen. Goed advies trouwens, om dan niet meer te trappen, het leed (fiets, ketting, vast, kapot) zou dan vast groter zijn geweest. Nu was het even stoppen en de ketting weer in de werkstand leggen. Of het door de altoos maar aanwakkerende waai kwam, het vele oponthoud, de regen of gewoon omdat het even niet ging, het tempoverschil tussen de koprijders en de achterrijders werd dermate groot dat het tot een schifting in het peloton kwam. Het is een wetmatigheid dat indien er op kop eeen bepaalde snelheid wordt gereden de snelheid achter in de groep maar zo twee of drie (ik kan maar tot troi tellen...) kms sneller moet zijn om de groep bij te houden. Vraag me niet naar de oorzaak daarvan, maar geloof me maar, het is echt zo.
Het gaat goed als iedereen in goede doen is, maar dat was vandaag dus niet het geval. Soms is het Xander, soms een Ander en de volgende keer ben jij het, die het niet bij kan houden. Al met al zijn we met zijn allen heelhuids teruggekomen en hopelijk ook wat wijzer. Van bovenstaande, maar ook van de nieuwe moppen die ik vandaag weer heb mogen aanhoren. Kijk, en dan is er ook wel weer lol bij de Mol.

Douwe

 

Montbrun de Corbiéres 5-10-2011

Eindelijk was het zover zaterdag 24 september, de wekker ging af om 03:15 uur voor de reis naar Montbrun des Corbiéres oftewel Wijnvilla’s. De gedegen voorbereiding kon niets meer in de weg staan of wel. Marco had besloten na een frontale botsing met een andere fietser en op advies van de dokter niet mee te gaan. Klokslag 04:30 uur reden we, Ronald, Dimitri en ondergetekende weg uit Papendrecht om in een rap tempo de 1230 kilometer te beslechten.

Na een paar stops kwamen we om 16:00 uur aan Le Cabernet, zoals al op de site van Wijnvilla’s was vermeld met alle luxe die denkbaar was, een kwestie van tassen uitpakken en daarna een plons in de jacuzzi of zwembad.
Dag 1 was voorbestemd om de omgeving te verkennen, en ja we zijn in de Midi Pyreneeën dus er is geen meter vlak. Vanuit het dorp richting Carcassonne gereden met onderweg een paar pittige beklimmingen en mooie vergezichten kwamen we moe maar voldaan terug in de villa voor jawel een frisse duik.

Dag 2 stond in het teken van Plateau de Beille. Een behoorlijke autorit en daarna een stuk van de aanloop met de beklimming. Wat ben ik geschrokken toen wij de weg afdraaide en we tegen een muur aankeken, de lengte van de klim is 16 kilometer, de top op 2001 meter met een gemiddelde van 7,9% en met stukken van 10,8% ik moet eerlijk bekennen dat ik na 7 kilometer ben gedraaid en terug ben gegaan naar de auto, ik ben hier niet voor gemaakt.
Dag 3 stond in het teken van fietsen met een stukje cultuur, geschiedenis en strand. We begonnen in de richting van Minerve, een klein dorpje met 122 inwoners wat door de eeuwen heen op een rots is komen te liggen met fantastische bruggen en unieke vergezichten.
En ook de rit hier naar toe was weer op en af met net voor het dorp een pittige. Na een kopje espresso en het vullen van de bidons op een geweldig terras zijn we verder gegaan naar Narbonne Plage. Ook hier weer heuvel op en heuvel af met als uitsmijter de klim net voor het strand van ruim 4 kilometer waarvan ik het percentage niet weet maar het wel voelde in de benen. Dat betekende wel dat wij een heerlijk bord pasta hadden verdient. Na de pasta huiswaarts langs een vrij drukke weg met een stevig tempo, na 30 kilometer nog een keer de bidons gevuld, het was inmiddels tegen de 30 graden en de slot klim beslecht net voor de villa.

Dag 4 een rustdag met cultuur snuiven in Carcassonne, een beetje shoppen in Narbonne en luieren aan het zwembad.
Dag 5 de dag naar en beklimming van Pic de Nore oftewel de Jalabert berg. De aanloop vanuit de villa is ongeveer 30 kilometer de beklimming zelf vanuit Cabrespine is 17,5 kilometer met een gemiddelde stijging van 5,2% en de top is op 1211 meter. De beklimming loopt tot 4 kilometer voor de top lekker daarna zitten er stukken in van 10% in een open vlakte waar de wind vrij spel heeft, en die dag waaide het behoorlijk. Na terugkomst zijn we nog even naar het Chateau gegaan om een paar wijntjes te proeven en wat wijn in te slaan voor thuis.
Dag 6 was weer voor de klimgeiten, Col du Jau. Ook hier heb ik een poging gedaan maar na de rit van dag 5 en een gemiddelde van 6,7 en een stuk van boven de 10% heb ik na 4 kilometer de pijp aan Maarten gegeven en mijn fiets op de drager gezet en samen met Dimitri achter Ronald gaan rijden. Wat is die gozer sterk en wat een beentempo fantastisch om te zien en een beetje om jaloers op te worden.
Na beklimming nog een paar boodschappen voor de terugreis gedaan en alles ingepakt. Op tijd naar bed. Dag 7 de wekker ging om 04:15 uur waarna we om 05:00 uur vertrokken voor de terugreis. Na snelle plaspauzes en een voorspoedige rit was ik om 16:00 uur weer in Papendrecht terugkijkend op een fantastische week in een geweldige villa die van alle gemakken is voorzien in een uitdagende omgeving.
Met dank aan het geweldige gezelschap van Dimitri en Ronald.

Eric Barends
Papendrecht

 

Het wiel is een cirkel 24-9-2011

Het wiel is rond.
Een kleine aanpassing op het gezegde dat de cirkel rond is. In ieder geval zit bij beiden het begin bij het eind. Was ik in het begin van het seizoen een half uur te laat bij de start, vanmorgen zo tegen het eind van het seizoen was ik dus gewoon een half uur te vroeg.

Kon ik bij het begin gewoon op pad gaan, leek me dat heden een slecht plan. Wel wetend dat de rit de Hoeksewaard in zou duiken na dezelfde actie in de Kiltunnel te hebben gedaan, zouden zelfs ziende Mollers me in dit min of meer uitgestrekte gebied nimmer spotten.
Dus geduldig wachtend op Co, die als eerste (in dit geval tweede) het parkeerterrein op kwam, op zijn wielen gevolgd door Piet K.
Of was het andersom? In mijn nog niet wakkere hoofd heb die volgorde kennelijk niet goed op kunnen slaan dus is dat nu minder reproduceerbaar.
In ieder geval, tijd genoeg om mijn fietsschoenen aan te doen, de bidons op de fiets te plaatsen (of is het in de bidonhouder), mijn snelheids, kilometer en cadansmeter op mijn stuur te steken en daarna het geheel aan de pas geverfde maar nu al weer bijna kale stang te hangen.
Veel werk, maar je mot het wel doen, zo vroeg op de ochtend. En dan vergeet ik te vermelden dat de krentenbol ook nog in de achterzak moest worden gepropt, inclusief die halfkromme banaan, die tot veelvuldig verdriet meestens net met zijn puntje boven het zakje uitkomt.
Dus.
Het heeft dan ook wel zijn voordeel (meneer Cruijff zeitutal) om wat vroeger dan noodzakelijk op te staan om dan wat later van het clubhuis te vertrekken. Als ik beter had opgelet dan had ik ook niet zo zenuwachtig hoeven te worden toen ik voor de tweede keer deze week ontdekte dat de toegangsweg naar de A16 in Zwijndrecht was afgesloten. Ik wacht nu op de derde (zelfde) ontdekking, want dan kan ik het volgende stukje beginnen met "een ezel stoot zich algemeen drie maal aan dezelfde steen".
Dus.
De Hoeksewaard in, over de droge modderwegen. Wat een geluk dat het niet had geregend. Want vandaag heeft, behalve een tempoverlaging in het stuk met de dichtregels op het asfalt, het Molpeleton geen hinder van gehad van de restanten die de Hoekswaardse aardappeltelers op de openbare weg achter laten.
Dus.
Wat een prachtige herftsachtige dag en wat een mooie luchten. Mollers die zich alleen met het fietsen bezig houden beseffen eigenlijk niet in welk een bevoorrechte positie zij zich bevinden. Immers, de dag wordt weken van te voren uitgestippeld door de voorrijders. De route wordt verkend (soms meerder malen -alsof de wegen veranderd zouden zijn-),gekeken wordt of de route wel binnen de gestelde aantal kilometers valt, de koffiestop wordt doorgesproken, dat wil zeggen er wordt met de uitbater overleg gevoerd, kan hij/zij wel zoveel druistige fietsers ontvangen, heeft hij/zij (voldoende) appeltaart, is er voldoende toiletaria. En dan wordt de route nog eens in het hoofd nagereden, knelpunten opgesomd, gevaarlijke verkeerssituaties getackeld. Zijn er voldoende verkeersregelaars en willen die wel? Is het clubhuis open, is Co er -zoals altijd- wel? Zijn de portofoons opgeladen, de volgwagen bemand en weet de chauffeur en zijn bijrijder de route en weet hij waar hij en hoe hij eventueel om moet rijden. Betaalt iedereen wel die euro voor de volgwagen en wat moet er vooraf in het praatje worden gezegd. En wat te doen als de groep gesplitst moet worden. En da's alleen nog maar het voorafje.
Dus.
De dag zelf is er ook nog.
Een goede weersvoorspelling, voldoende verkeersregelaars, er zijn twee achterrijders met een porto. Geen valpartijen, één lekke band, hoekers en koffie op het terras
Een mooie rit. Door de Hoekswaard, dat dan weer wel.
Dus.
Blijken we nu al weer het seizoen aan het afbouwen te zijn. Maar 100 kilometer in een geoliede rit.
Dus.
De cirkel is rond.

D'ouwe

 

Baleco Zeelandtoer 3-9-2011

Zaterdag 3 september, vandaag de Baleco- Zeelandtoer. We beginnen in ’s Heerenhoek waar we worden opgewacht met koffie/ thee en een Bolus. Rond negen uur gaan we op weg voor de eerste tachtig kilometers. In het begin zijn er nog wat wolkjes, maar de temperatuur is eigenlijk al gelijk goed. De route is echt super! Mooi, afwisselend, veel te zien (pittoreske dorpjes, de zee, mooie natuur, en nog veel meer!) en veel te ruiken (uien, vers gemaaid gras, de zee, bolussen, appeltaart, etc.). Ik heb echt zozitten genieten op mijn fietsje! Hopelijk zijn de foto’s die Jan en Wout onderweg gemaakt hebben goed gelukt, ik ben benieuwd.
In Westkapelle hebben we onze stop op een terras in de zon. Inmiddels is het weer echt super, geen wolkje meer in de lucht! Na een lekkere appelpunt en een drankje gaan we de laatste 60 km fietsen. De tweede helft verloopt prima. We hebben niet alleen veel zon, maar ook nog eens weinig wind, heel veel geluk dus,want dat heb je volgens mij niet vaak in Zeeland. We komen danook zonder veel problemen aan op onze eindbestemming. Ondanks dat ik heerlijk heb gefietst, ben ik toch erg blij dat we er zijn, want mijn voetzolen branden erg door de warmte!

Na ons te hebben opgefrist, drinken we buiten op het terras een koud drankje, dat gaat er nu met dit weer echt wel in. Nadat iedereen weer wat is afgekoeld gaan we naar binnen. Daar eten we mosselen of biefstuk. Wat ik zo gehoord heb aan tafel waren de mosselen erg goed, ik zelf heb ze niet op. Ik houd niet zo van mosselen, maar de biefstuk was prima!
Of ik een vakantiedag had, zo voelde het vandaag. Prima verzorging, zeer goed georganiseerd en dan nog dat fantastische weer erbij!
Ik wil iedereen hierbij bedanken die deze dag heeft helpen organiseren, maar natuurlijk in het bijzonder Jan van ’t Leven, heel erg bedankt!Wanneer kan ikme voor volgend jaar inschrijven?
Eveline

aalease

buko

cirexpress

isomanagement

vego

pellikaan

plieger

pw

rogelli

timeservice

Inloggen

X